NJB 2016/694
Schadeverzekering. Na een brand weigert de brandverzekeraar uitkering. HR: 1. Opzet tot misleiding. Onder opzet tot misleiding dient te worden verstaan dat de verzekeringnemer feiten of omstandigheden niet aan de verzekeraar heeft medegedeeld die hij kent of behoort te kennen en waarvan, naar hij weet of behoort te begrijpen, de beslissing van de verzekeraar of, en zo ja, op welke voorwaarden, hij de verzekering zal willen sluiten, afhangt of kan afhangen, terwijl de verzekeringnemer aldus heeft gehandeld met de bedoeling de verzekeraar ertoe te bewegen een overeenkomst aan te gaan die hij anders niet of niet op dezelfde voorwaarden zou hebben gesloten. Het oordeel van het hof dat de verzekeringnemer heeft gehandeld met het opzet de verzekeraar te misleiden, is alleszins begrijpelijk. 2. Tegenbewijs. Bewijsaanbod. De klacht dat hof het algemeen bewijsaanbod niet had mogen passeren, faalt bij gebrek aan feitelijke grondslag, nu geen algemeen bewijsaanbod is gedaan
HR 25-03-2016, ECLI:NL:HR:2016:507 (Eiser/ASR)
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
25 maart 2016
- Magistraten
Mrs. F.B. Bakels, C.A. Streefkerk, G. Snijders, M.V. Polak, T.H. Tanja-van den Broek
- Zaaknummer
15/00106
- Roepnaam
Eiser/ASR
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Verzekeringsrecht / Verzekeringsovereenkomst
Onbekend (V)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht / Bewijs
Burgerlijk procesrecht / Eerste aanleg
Verzekeringsrecht / Algemeen
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
Burgerlijk procesrecht / Hoger beroep
Verzekeringsrecht / Schadeverzekering
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2016:507, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 25‑03‑2016
ECLI:NL:PHR:2015:2430, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 18‑12‑2015
Beroepschrift, Hoge Raad, 19‑11‑2014
- Wetingang
(art. 7:930 lid 5 BW; art. 151 lid 2, art. 166 lid 1, art. 353 Rv)
Essentie
Schadeverzekering. Na een brand weigert de brandverzekeraar uitkering. HR: 1. Opzet tot misleiding. Onder opzet tot misleiding dient te worden verstaan dat de verzekeringnemer feiten of omstandigheden niet aan de verzekeraar heeft medegedeeld die hij kent of behoort te kennen en waarvan, naar hij weet of behoort te begrijpen, de beslissing van de verzekeraar of, en zo ja, op welke voorwaarden, hij de verzekering zal willen sluiten, afhangt of kan afhangen, terwijl de verzekeringnemer aldus heeft gehandeld met de bedoeling de verzekeraar ertoe te bewegen een overeenkomst aan te gaan die hij anders niet of niet op dezelfde voorwaarden ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.