NJ 1937/900
Vordering schadevergoeding ten bedrage van f 338.50, subs. een bedrag nader op te maken bij staat, met rente en kosten. Hooger beroep? Vordering van den in bruikleen-gever ten onrechte niet-ontv. verklaard.
HR 30-04-1937, ECLI:NL:HR:1937:112, m.nt. Prof. E.M. Meijers
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
30 april 1937
- Magistraten
Mrs. Jhr. Feith, Kirberger, de Menthon Bake, Nypels, Meckmann
- Zaaknummer
[30041937/NJ_1937-900]
- Conclusie
Mr. Besier
- Noot
Prof. E.M. Meijers
- JCDI
JCDI:ADS130099:1
- Vakgebied(en)
Archief (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1937:112, Uitspraak, Hoge Raad, 30‑04‑1937
- Wetingang
(BW art. 1781; RO art. 54.)
Essentie
Vordering schadevergoeding ten bedrage van f 338.50, subs. een bedrag nader op te maken bij staat, met rente en kosten. Hooger beroep? Vordering van den in bruikleen-gever ten onrechte niet-ontv. verklaard.
Samenvatting
Eischer bedoelde met het subsidiair gevorderde geenszins meer te vorderen dan met de primair gevorderde f 338.50. De ingestelde vordering heeft mitsdien in hoofdsom geen hoogere waarde dan f 338.50, zoodat hooger beroep tegen het vonnis niet open stond en het cassatieberoep ontvankelijk is.
Om ontvankelijk te zijn in zijne vordering tot schadevergoeding kan de in-bruikleen-gever volstaan met te stellen de overeenkomst van bruikleen en ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.