NJB 2023/125
Vergoedingsrechten tussen echtgenoten. Verjaring. Korte termijn van vijf jaar of lange termijn van twintig jaar? Hoge Raad: De rechtsverhouding tussen echtgenoten verzet zich tegen toepassing van een verjaringstermijn van vijf jaar op vergoedingsrechten tussen echtgenoten. Niet duidelijk is waarom de wetgever voor vergoedingsrechten tussen echtgenoten de verlengingstermijn van zes maanden niet heeft verlengd tot drie jaar.
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
23 december 2022
- Magistraten
Mrs. M.J. Kroeze, T.H. Tanja-van den Broek, H.M. Wattendorff, F.J.P. Lock, F.R. Salomons
- Zaaknummer
21/02726
- Folio weergave
- Vakgebied(en)
Civiel recht algemeen (V)
Personen- en familierecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2022:1936, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 23‑12‑2022
ECLI:NL:PHR:2022:328, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 01‑04‑2022
Beroepschrift, Hoge Raad, 27‑08‑2021
- Wetingang
(art. 1:87 lid 4 en 13, art. 1:95 lid 2, art. 1:96 lid 4, art. 3:306, 3:307 lid 1, art. 3:308, 3:309, 3:310 lid 1, art. 3:320, 3:321 lid 1 aanhef en onder a, art. 3:326, art. 1:141 lid 6 BW)
Essentie
Vergoedingsrechten tussen echtgenoten. Verjaring. Korte termijn van vijf jaar of lange termijn van twintig jaar? Hoge Raad: De rechtsverhouding tussen echtgenoten verzet zich tegen toepassing van een verjaringstermijn van vijf jaar op vergoedingsrechten tussen echtgenoten. Niet duidelijk is waarom de wetgever voor vergoedingsrechten tussen echtgenoten de verlengingstermijn van zes maanden niet heeft verlengd tot drie jaar.
Partij(en)
De man, adv. mr. N.C. van Steijn, vs. de vrouw, niet verschenen.
Uitspraak
Feiten en procesverloop
In 2004 zijn partijen getrouwd op huwelijkse voorwaarden. In 2016 zijn zij gescheiden. In dit geding heeft de vrouw onder meer een vergoedingsvordering van ...