RAR 2019/38
Vervaltermijn. Is vervaltermijn van art. 7:686a lid 4, onder b, BW ook van toepassing bij beroep op overbruggingsregeling in reactie op verzoek tot toekenning transitievergoeding?
HR 14-12-2018, ECLI:NL:HR:2018:2305
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
14 december 2018
- Magistraten
Mrs. C.A. Streefkerk, G. Snijders, C.E. du Perron, M.J. Kroeze, C.H. Sieburgh
- Zaaknummer
18/01202
- Conclusie
A-G mr. R.H. de Bock
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS18367:1
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Algemeen
Arbeidsrecht / Einde arbeidsovereenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2018:2305, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 14‑12‑2018
ECLI:NL:PHR:2018:1143, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 28‑09‑2018
Beroepschrift, Hoge Raad, 20‑03‑2018
- Wetingang
Art. 7:673, 7:673d, 7:686a lid 4 BW
Essentie
Transitievergoeding. Vervaltermijn.
Geldt de vervaltermijn van drie maanden van art. 7:686a lid 4, aanhef en onder b BW ook voor een beroep van de werkgever op de overbruggingsregeling van art. 7:673d BW als verweer op een tijdig door de werknemer ingediend verzoekschrift tot betaling van de transitievergoeding? Moet de rechter deze vervaltermijn ambtshalve toepassen?
Samenvatting
Na verkregen toestemming van het UWV heeft de werkgever de arbeidsovereenkomst met de werknemer opgezegd op de a-grond. Het UWV heeft in de door de werkgever gevraagde ‘Verklaring overbruggingsregeling transitievergoeding’ geoordeeld dat de werkgever niet voldoet aan de voorwaarden voor deze regeling. De ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.