Einde inhoudsopgave
Regeling Europese EZK- en LNV-subsidies 2021
Artikel 5.3.184
Geldend
Geldend van 23-07-2022 tot 17-10-2027
- Bronpublicatie:
11-07-2022, Stcrt. 2022, 18453 (uitgifte: 22-07-2022, regelingnummer: WJZ/ 22162633)
- Inwerkingtreding
23-07-2022
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
11-07-2022, Stcrt. 2022, 18453 (uitgifte: 22-07-2022, regelingnummer: WJZ/ 22162633)
- Vakgebied(en)
Ondernemingsrecht / Bijzondere onderwerpen
Bestuursrecht algemeen / Subsidie
1.
De producentenorganisatie voert het vernietigde gewas, indien van toepassing, of het groen geoogste product af.
2.
Als toegestane bestemmingen voor afvoer worden aangewezen:
- a.
afvalverwerkers; en
- b.
veehouders ten behoeve van vervoedering.
3.
Afvalverwerkers beschikken over een geldige milieuvergunning.
4.
Producentenorganisaties sluiten schriftelijke overeenkomsten met afnemers en transporteurs van de in het eerste lid bedoelde gewassen en producten met gebruikmaking van een door de minister beschikbaar gesteld model, waarin de afnemers en transporteurs worden verplicht:
- a.
tot naleving van de voorwaarden uit artikel 28, tweede lid, van verordening 2022/126, inclusief het voeren van een aparte voorraadboekhouding voor de betrokken concrete acties;
- b.
bij ontvangst van de gewassen en producten de daarbij behorende door de minister ter beschikking gestelde vrachtbrief te ondertekenen; en
- c.
de vrachtbrief en de overeenkomst met de producentenorganisatie gedurende tenminste 7 kalenderjaren, volgend op het kalenderjaar waarin het verkoopseizoen eindigt, te bewaren.
5.
In aanvulling op het vierde lid worden ontvangers van de gewassen en producten verplicht om deze gewassen en producten:
- a.
een niet voor menselijke consumptie geschikte bestemming te geven die:
- 1°
de normale afzet van de betrokken productie niet in de weg staat; en
- 2°
geen negatieve ecologische of fytosanitaire gevolgen heeft als bedoeld in artikel 17, achtste lid, onderdeel c, van verordening 2022/126; en
- b.
bij ontvangst per vracht te wegen en de weegbrieven gedurende tenminste 7 kalenderjaren, volgend op het kalenderjaar waarin het verkoopseizoen eindigt, te bewaren.