Sanctieregeling terrorisme 2002 II
Artikel 1
Geldend
Geldend vanaf 28-01-2022
- Bronpublicatie:
19-01-2022, Stcrt. 2022, 1793 (uitgifte: 27-01-2022, regelingnummer: Min-BuZa.2022.11281-11)
- Inwerkingtreding
28-01-2022
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
19-01-2022, Stcrt. 2022, 1793 (uitgifte: 27-01-2022, regelingnummer: Min-BuZa.2022.11281-11)
- Vakgebied(en)
Vervoersrecht / Algemeen
Staatsrecht / Bijzondere onderwerpen
Douane (V)
Bijzonder strafrecht / Economisch strafrecht
Internationaal strafrecht / Bijzondere onderwerpen
Internationaal publiekrecht / Bijzondere onderwerpen
1.
De artikelen 1, 2, eerste en tweede lid, 3, eerste lid, 4, eerste lid, onder het eerste en tweede gedachtestreepje, en tweede lid, en 5, eerste lid, van Verordening (EG) nr. 2580/2001 van de Raad van de Europese Unie van 27 december 2001 inzake specifieke beperkende maatregelen tegen bepaalde personen en entiteiten met het oog op de strijd tegen het terrorisme (Pb EG L 344) zijn van overeenkomstige toepassing ten aanzien van personen, groepen en entiteiten die met een ster zijn aangemerkt in de bijlage bij Gemeenschappelijk Standpunt van de Raad van de Europese Unie van 27 december 2001 nr. 2001/931/GBVB betreffende de toepassing van specifieke maatregelen ter bestrijding van het terrorisme (Pb EG L 344).
2.
Artikel 3, tweede lid, van Verordening (EG) nr. 2580/2001 is van overeenkomstige toepassing met dien verstande dat de informatie, bedoeld in dat artikel, uitsluitend ter kennis van het Ministerie van Financiën wordt gebracht.