Einde inhoudsopgave
Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek
Artikel 11.13 Regeling medezeggenschap OU
Geldend
Geldend vanaf 01-09-2014
- Redactionele toelichting
Door een foutieve wijzigingsopdracht is lid 2 grammaticaal onjuist geworden.
- Bronpublicatie:
10-07-2013, Stb. 2013, 298 (uitgifte: 18-07-2013, kamerstukken: 33519)
- Inwerkingtreding
01-09-2014
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
18-07-2013, Stb. 2013, 311 (uitgifte: 25-07-2013, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij
- Vakgebied(en)
Onderwijsrecht / Hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek
1.
Op de medezeggenschap zijn de artikelen 9.30 tot en met 9.36 en 9.48 van overeenkomstige toepassing met dien verstande dat onder instellingscollegegeld wordt verstaan collegegeld OU.
2.
Het college van bestuur behoeft voorts de voorafgaande instemming van de universiteitsraad dan wel, indien het college van bestuur heeft besloten dat de Wet op de ondernemingsraden met uitzondering van hoofdstuk VII B van toepassing is, de gezamenlijke vergadering van de ondernemingsraad en het orgaan dat op grond van een door het college van bestuur vastgestelde medezeggenschapsregeling ten behoeve van de studenten van de Open Universiteit is ingesteld, voor elk door hem te nemen besluit met betrekking tot ten minste de vaststelling of wijziging van de onderwijs- en examenregeling, bedoeld in artikel 7.13, met uitzondering van de onderwerpen, genoemd in het tweede lid, onder a tot en met g, met uitzondering van de aanwijzing, bedoeld in het derde lid, en met uitzondering van de eisen, artikel 7.30b, tweede volzin.
3.
Indien het college van bestuur besluit dat de Wet op de ondernemingsraden niet van toepassing is op de Open Universiteit is in afwijking van artikel 9.30, vierde lid, paragraaf 2 van titel 2 van hoofdstuk 9 niet van toepassing.
4.
Het aantal leden van de universiteitsraad van de Open Universiteit bedraagt ten hoogste achttien.