JWB 2002/306
Huurovereenkomst, onderhuur, zelfbewoning, ontbinding; bewijslast, gemotiveerde betwisting
HR 13-09-2002, ECLI:NL:HR:2002:AE2343
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
13 september 2002
- Zaaknummer
C00/291HR
- LJN
AE2343
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht / Bewijs
Huurrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht / Eerste aanleg
Huurrecht / Huur van woonruimte
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2002:AE2343, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 13‑09‑2002
ECLI:NL:HR:2002:AE2343, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 13‑09‑2002
- Wetingang
Art. 7A:1595 lid 1 BW; art. 177 Rv (oud) (thans art. 150 Rv)
Essentie
Huurovereenkomst, onderhuur, zelfbewoning, ontbinding; bewijslast, gemotiveerde betwisting
Samenvatting
Casus
Het geschil in deze zaak heeft betrekking op een woning welke eiser reeds lange tijd huurt van verweerster. De huur vloeit voort uit een mondelinge overeenkomst tussen eiser en de rechtsvoorgangster van verweerster. Wanneer verweerster het dak van een deel van zijn woning, dat eiser als dakterras gebruikt, wenst te repareren, dient eiser het dakterras te ontruimen. Daarop sluiten partijen een overeenkomst met betrekking tot de kosten van ontruiming en herinrichting van de tuin op het dakterras. Na de werkzaamheden schiet verweerster tekort in zijn verplichtingen hieromtrent. Eiser vordert in ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.