V-N 2019/37.11
Nederlands personeel van Cypriotische werkgever deels sociaal verzekerd in Nederland
- Instantie
Centrale Raad van Beroep
- Datum
28 februari 2019
- Magistraten
Lenos, Van Dalen-van Bekkum, Vries
- Zaaknummer
18-1954 AOW
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- Folio weergave
- JCDI
JCDI:ADS72587:1
- Vakgebied(en)
Internationale sociale zekerheid / Premieheffing
Internationale sociale zekerheid / Verzekeringsplicht
Internationale sociale zekerheid / Bijzondere onderwerpen
- Brondocumenten
ECLI:NL:CRVB:2019:852, Uitspraak, Centrale Raad van Beroep, 28‑02‑2019
- Wetingang
art. 14 lid 5ter, 8 en 10 Verordening (EEG) 987/2009; art. 13 lid 1 en art. 16 lid 1 Verordening (EEG) nr. 883/2004
Essentie
De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de Svb ten onrechte de Nederlandse socialezekerheidswetgeving heeft toegepast op de opvarenden van een aantal vaartuigen die niet op de Rijn, Waal of Lek hebben gevaren. Deze vaartuigen zijn dus niet in de Rijnvaart gebruikt, zodat de Belgische socialezekerheidswetgeving van toepassing is.
Samenvatting
Het Cypriotische X Ltd. verzoekt de Sociale verzekeringsbank (Svb) om te bevestigen dat op haar werknemers die op binnenvaartschepen werken, uitsluitend de socialezekerheidswetgeving van Cyprus van toepassing is. Volgens X Ltd. plegen de werknemers namelijk hun werkzaamheden te verrichten in twee of meer lidstaten van de EU en ...