Einde inhoudsopgave
Boetebesluit socialezekerheidswetten
Artikel 2c Hoogte van de werkgeversboete bij niet of niet behoorlijke melding
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2018
- Bronpublicatie:
07-12-2017, Stb. 2017, 486 (uitgifte: 15-12-2017, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-07-2018
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
07-12-2017, Stb. 2017, 486 (uitgifte: 15-12-2017, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Sociale zekerheid algemeen / Boeten en maatregelen
Arbeidsrecht / Arbeidsovereenkomstenrecht
Ambtenarenrecht / Bijzondere onderwerpen
Sociale zekerheid algemeen / Bijzondere onderwerpen
1.
De hoogte van de bestuurlijke boete, bedoeld in de artikelen 38, derde lid, 38a, achtste lid, 38aa, derde lid, en 63c van de ZW bedraagt:
- a.
€ 70, indien de aangifte van de ongeschiktheid tot werken, de aangifte van de laatste dag van de dienstbetrekking, de hersteldmelding respectievelijk de melding zich niet meer te laten bijstaan door een persoon als bedoeld in artikel 63c van de ZW, of de melding, bedoeld in artikel 38a, zevende lid, van de ZW, minder dan 7 kalenderdagen te laat is gedaan;
- b.
€ 230, indien de aangifte van de ongeschiktheid tot werken, de aangifte van de laatste dag van de dienstbetrekking, de hersteldmelding respectievelijk de melding zich niet meer te laten bijstaan door een persoon als bedoeld in artikel 63c van de ZW, of de melding, bedoeld in artikel 38a, zevende lid, van de ZW, 7 kalenderdagen of meer doch minder dan 28 kalenderdagen te laat is gedaan;
- c.
€ 455, indien de aangifte van de ongeschiktheid tot werken, de aangifte van de laatste dag van de dienstbetrekking, de hersteldmelding respectievelijk de melding zich niet meer te laten bijstaan door een persoon als bedoeld in artikel 63c van de ZW, of de melding, bedoeld in artikel 38a, zevende lid, van de ZW, 28 kalenderdagen of meer te laat is gedaan;
- d.
€ 455, indien de aangifte van de ongeschiktheid tot werken, de datum van de laatste dag van de dienstbetrekking, de datum van herstel respectievelijk de datum sedert wanneer de werkgever zich niet meer laat bijstaan door een persoon als bedoeld in artikel 63c van de ZW, of de melding, bedoeld in artikel 38a, zevende lid, van de ZW, onjuist is opgegeven.
2.
De bestuurlijke boete wegens het niet nakomen van de verplichtingen, bedoeld in de artikelen 38, eerste lid en tweede lid, eerste zin, 38a, vijfde en zesde lid, 38aa, eerste en tweede lid, en 63c van de ZW bedraagt € 455.