V-N 2023/8.7
Box 3-heffing in 2017 en 2018 leidt niet tot individuele en buitensporige last
HR 03-02-2023, ECLI:NL:HR:2023:127, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
3 februari 2023
- Magistraten
Koopman, Wortel, Boerlage, Cools, Van der Voort Maarschalk
- Zaaknummer
22/01334
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS688457:1
- Vakgebied(en)
Inkomstenbelasting / Vermogensrendementsheffing (box 3)
Belastingrecht algemeen / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2023:127, Uitspraak, Hoge Raad, 03‑02‑2023
ECLI:NL:PHR:2022:763, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 25‑08‑2022
Beroepschrift, Hoge Raad, 06‑04‑2022
- Wetingang
Essentie
De Hoge Raad oordeelt dat er voor 2017 en 2018 geen sprake is van een individuele en buitensporige last ten aanzien van X. De box 3-heffing blijft dan ook in stand. Voor de jaren 2015 en 2016 verwijst de Hoge Raad naar het arrest van 20 mei 2022, 21/04407.
Samenvatting
X is het niet eens met de door hem verschuldigde box 3-heffing over zijn vermogen in 2015-2018. Voor 2017 bedraagt de belastingdruk bijvoorbeeld 487%. X is van mening dat de box 3-heffing in strijd is met art. 1 EP EVRM. Hof Amsterdam oordeelt dat de box ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.