Einde inhoudsopgave
Overeenkomst tussen de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden en de Regering van de Spaanse Staat tot het vermijden van dubbele belasting met betrekking tot belastingen naar het inkomen en naar het vermogen
Artikel 3 Algemene begripsbepalingen
Geldend
Geldend vanaf 20-09-1972
- Bronpublicatie:
16-06-1971, Trb. 1971, 144 (uitgifte: 13-08-1971, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
20-09-1972
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
21-11-1972, Trb. 1972, 141 (uitgifte: 01-01-1972, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal belastingrecht (V)
Internationaal belastingrecht / Voorkoming van dubbele belasting
Internationaal belastingrecht / Belastingverdragen
1.
In deze Overeenkomst, tenzij het zinsverband anders vereist:
- a)
betekent de uitdrukking ‘Staat’ Nederland of Spanje, al naar het zinsverband vereist;
betekent de uitdrukking ‘Staten’ Nederland en Spanje;
- b)
betekent de uitdrukking ‘Nederland’ het deel van het Koninkrijk der Nederlanden dat in Europa is gelegen;
- c)
betekent de uitdrukking ‘Spanje’ de Spaanse Staat en, wanneer deze uitdrukking in aardrijkskundige zin wordt gebezigd, het Spaanse gebied op het Iberische Schiereiland, de Balearen en de Canarische eilanden, de Spaanse steden en provincie in Afrika;
- d)
omvat de uitdrukking ‘persoon’ een natuurlijke persoon, een lichaam en elke andere vereniging van personen;
- e)
betekent de uitdrukking ‘lichaam’ elke rechtspersoon of elke eenheid die voor de belastingheffing als een rechtspersoon wordt behandeld;
- f)
betekenen de uitdrukkingen ‘onderneming van een van de Staten’ en ‘onderneming van de andere Staat’ onderscheidenlijk een onderneming gedreven door een inwoner van een van de Staten en een onderneming gedreven door een inwoner van de andere Staat;
- g)
betekent de uitdrukking ‘bevoegde autoriteit’:
- 1.
in Nederland de Minister van Financiën of zijn bevoegde vertegenwoordiger;
- 2.
in Spanje de Minister van Financiën, de Directeur-Generaal der Directe Belastingen of elke andere door de Minister gemachtigde autoriteit.
2.
Voor de toepassing van de Overeenkomst door elk van de Staten heeft, tenzij het zinsverband anders vereist, elke niet anders omschreven uitdrukking de betekenis welke die uitdrukking heeft volgens de wetgeving van die Staat met betrekking tot de belastingen die het onderwerp van deze Overeenkomst uitmaken.