Einde inhoudsopgave
Wet op de Kamer van Koophandel
Artikel 76 [Overgang rechten en verplichtingen]
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2014
- Bronpublicatie:
25-11-2013, Stb. 2013, 507 (uitgifte: 10-12-2013, kamerstukken: 33553)
- Inwerkingtreding
01-01-2014
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
25-11-2013, Stb. 2013, 508 (uitgifte: 10-12-2013, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
- Vakgebied(en)
Ondernemingsrecht / Economische ordening
1.
Alle rechten en verplichtingen van de kamers van koophandel en fabrieken, van de vereniging Kamer van Koophandel Nederland en van stichting Syntens, van welke aard ook, gaan op het tijdstip van inwerkingtreding van artikel 2, artikel 69 onderscheidenlijk artikel 70 van deze wet, over op de Kamer.
2.
Aanvragen en bezwaarschriften, ingediend bij een kamer van koophandel en fabrieken, worden na inwerkingtreding van deze wet aangemerkt als aanvragen en bezwaarschriften, ingediend bij de Kamer. De vorige volzin is van overeenkomstige toepassing op het doen van opgaven als bedoeld in de Handelsregisterwet 2007.
3.
Een besluit dat door een kamer van koophandel en fabrieken is genomen, geldt als een besluit van de Kamer.
4.
In wettelijke procedures en rechtsgedingen, waarbij een kamer van koophandel en fabrieken, de vereniging Kamer van Koophandel Nederland of stichting Syntens is betrokken, treedt op het tijdstip van inwerkingtreding van artikel 2, artikel 69 en artikel 70 van deze wet de Kamer in de plaats van die kamer van koophandel en fabrieken, van de vereniging Kamer van Koophandel Nederland respectievelijk van stichting Syntens.
5.
Op bezwaarschriften en wettelijke procedures en rechtsgedingen als bedoeld in het tweede en vierde lid is het recht van toepassing zoals dat gold voorafgaand aan het toepasselijke tijdstip van inwerkingtreding, bedoeld in het vierde lid.
6.
Termijnen die voor inwerkingtreding van deze wet zijn aangevangen voor het aanhangig maken van wettelijke procedures en rechtsgedingen waarbij een kamer van koophandel en fabrieken, de vereniging Kamers van Koophandel Nederland of stichting Syntens is betrokken, staan open gedurende het resterende deel van die termijnen.
7.
In zaken waarin voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet aan de Nationale ombudsman is verzocht een onderzoek te doen dan wel de Nationale ombudsman een onderzoek heeft ingesteld naar een gedraging die kan worden toegerekend aan een kamer van koophandel en fabrieken, treedt de Kamer op dat tijdstip als bestuursorgaan in de zin van de Wet Nationale ombudsman in de plaats van die kamer van koophandel en fabrieken.
8.
In afwijking van het eerste lid en artikel 75, eerste lid, gaan op het tijdstip, bedoeld in die leden, de rechten en verplichtingen die de vereniging Kamer van Koophandel Nederland heeft onderscheidenlijk is aangegaan met het oog op de zorg van Onze Minister voor inrichting, instandhouding, werking en beveiliging van het digitaal ondernemersplein, bedoeld in artikel 5 van deze wet, over op de Staat.