Dertiende Richtlijn 86/560/EEG betreffende de harmonisatie van de wetgevingen der Lid-Staten inzake omzetbelasting — Regeling voor de teruggaaf van de belasting over de toegevoegde waarde aan niet op het grondgebied van de Gemeenschap gevestigde belastingplichtigen
Artikel 3
Geldend
Geldend vanaf 22-11-1986
- Bronpublicatie:
17-11-1986, PbEG 1986, L 326 (uitgifte: 21-11-1986, regelingnummer: 86/560/EEG)
- Inwerkingtreding
22-11-1986
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
17-11-1986, PbEG 1986, L 326 (uitgifte: 21-11-1986, regelingnummer: 86/560/EEG)
- Vakgebied(en)
Omzetbelasting (V)
EU-recht / Bijzondere onderwerpen
Europees belastingrecht / Richtlijnen EU
Omzetbelasting / Aftrek en teruggaaf
Vervoersrecht / Algemeen
Europees belastingrecht / Belastingen EU
Europees belastingrecht (V)
1.
De in artikel 2, lid 1, bedoelde teruggaaf wordt verleend op verzoek van de belastingplichtige. De Lid-Staten stellen de voorwaarden voor de indiening van dit verzoek vast, met inbegrip van de termijnen, de periode waarop het verzoek betrekking moet hebben, de bevoegde dienst waarbij dit moet worden ingediend en de minimumbedragen waarvoor de teruggaaf kan worden gevraagd. Zij stellen eveneens de voorwaarden vast waaronder de teruggaaf plaatsvindt, met inbegrip van de termijnen. Zij leggen de aanvrager de verplichtingen op die noodzakelijk zijn om de gegrondheid van de aanvraag te beoordelen en fraude te voorkomen, en meer in het bijzonder laten zij hem het bewijs leveren dat hij een economische activiteit verricht overeenkomstig artikel 4, lid 1, van Richtlijn 77/388/EEG. De aanvrager moet door middel van een schriftelijke verklaring aantonen dat hij in de vastgestelde periode geen enkele handeling heeft verricht die niet voldoet aan de in artikel 1, punt 1, vastgestelde voorwaarden.
2.
De teruggaaf mag niet worden verleend onder gunstiger voorwaarden dan die welke voor belastingplichtigen uit de Gemeenschap gelden.