Einde inhoudsopgave
Besluit belastingstelsel Caribisch Nederland; nadere invulling
3.6 Overgangsregeling Usona-samenwerkingsprojecten
Geldend
Geldend vanaf 01-10-2011
- Bronpublicatie:
23-09-2011, Stcrt. 2011, 17540 (uitgifte: 27-09-2011, regelingnummer: DV2011/430M)
- Inwerkingtreding
01-10-2011
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
23-09-2011, Stcrt. 2011, 17540 (uitgifte: 27-09-2011, regelingnummer: DV2011/430M)
- Vakgebied(en)
Belastingrecht algemeen / Algemeen
Op grond van artikel 7, negende lid, van de Landsverordening omzetbelasting 1999 waren tot 1 januari 2011 onder voorwaarden onder meer vrijgesteld leveringen van goederen en het verrichten van diensten voor projecten voor zover die in het kader van onderlinge hulp voor rekening van Nederland kwamen. In artikel 8, elfde lid, van de Landsverordening belasting op bedrijfsomzetten 1997 was een vergelijkbare vrijstelling opgenomen. In beide stelsels was ook voorzien in een vrijstelling voor de invoer voor goederen bestemd voor voornoemde projecten. De samenwerkingsprojecten vielen voor 1 januari 2011 onder de verantwoordelijk van het departement dat bevoegd is voor koninkrijksrelaties. De uitvoering van die samenwerkingsprojecten werd begeleid door de toenmalige SONA en USONA.
Vanwege de recente wijziging van de staatkundige verhoudingen en de daarbij passende financiering is in de Belastingwet BES niet meer voorzien in een vrijstelling. Dat heeft tot gevolg dat per 1 januari 2011 zowel voor leveringen van goederen en het verrichten van diensten als voor de invoer van goederen voor die projecten ABB is verschuldigd. Zie hiervoor voor de vrijstelling voor projecten op het terrein van ontwikkelingshulp.
Thans zijn nog een aantal projecten in uitvoering waarvoor voor 1 januari 2011 door Nederland daadwerkelijk bij overeenkomst toezeggingen voor de uitvoering zijn gedaan en waarvoor voor 1 januari 2011 zogenoemde financieringsovereenkomsten zijn gesloten. De eerder genoemde wijziging van de staatkundige verhoudingen en de daaraan gekoppelde wetgeving betekenen dat voor in het kader van die projecten per 1 januari 2011 te verrichten leveringen van goederen en diensten en de invoer van goederen ABB is verschuldigd. Gelet het feit dat tussen Nederland en de BES-eilanden voor die gevallen voor 1 januari 2011 een vrijstelling van toepassing was en al was voorzien in daadwerkelijk uitvoering op de eilanden van die projecten en in de overeengekomen omvang keur ik, mede om praktische redenen, goed dat voor zover voor die projecten voor 1 januari 2011 in de samenwerkingssfeer verplichtingen zijn aangegaan de voornoemde vrijstellingen worden toegepast. De projecten waarvoor de vrijstelling geldt zijn na overleg met het ministerie van BZK, de rijksvertegenwoordiger en USONA (de uitvoeringsorganisatie ontwikkeling Antillen) en na raadpleging van de bestuurders van de BES-elanden vastgesteld. De lijst met projecten kan worden ingezien bij de inspecteur. Voor zover deze projecten deels een andere financiering kennen, is de vrijstelling niet van toepassing.
Indien anders dan voorzien ter zake van de uitvoering van projecten waarvoor de overgangsregeling geldt toch ABB in rekening is gebracht en op aangifte is voldaan, kan bij de inspecteur een schriftelijk verzoek om teruggaaf worden gedaan. Uitdrukkelijke voorwaarde voor teruggaaf is dat kan worden vastgesteld dat de in rekening gebrachte ABB aan de opdrachtgever wordt terugbetaald. Bij het verzoek om teruggaaf moet een specificatie worden verstrekt inzake de prestaties waarvoor om teruggaaf wordt verzocht en moeten bescheiden overgelegd waaruit blijkt dat het teruggevraagde bedrag wordt terugbetaald aan de opdrachtgever. Alvorens de teruggaaf te verlenen, kan de inspecteur een onderzoek instellen. Indien de ondernemer niet de door de inspecteur gevraagde inlichtingen, gegevens, bescheiden e.d. verstrekt wordt geen teruggaaf verleend.