RvdW 2018/137
Verzuim cautie te geven leidt in de regel tot bewijsuitsluiting als ter zake verweer is gevoerd. Motiveringseisen verweer conform art. 359a lid 2 Sv niet van toepassing.
HR 19-12-2017, ECLI:NL:HR:2017:3198
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
19 december 2017
- Magistraten
Mrs. J. de Hullu, Y. Buruma, E.S.G.N.A.I. van de Griend, A.L.J. van Strien, M.J. Borgers
- Zaaknummer
16/01834
- Conclusie
A-G mr. A.E. Harteveld
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Strafprocesrecht / Voorfase
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2017:3198, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 19‑12‑2017
ECLI:NL:PHR:2017:1262, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 26‑09‑2017
Beroepschrift, Hoge Raad, 07‑10‑2016
- Wetingang
Art. 29 lid 2, art. 359a Sv
Essentie
Verzuim cautie te geven leidt in de regel tot bewijsuitsluiting als ter zake verweer is gevoerd. Motiveringseisen verweer conform art. 359a lid 2 Sv niet van toepassing.
Het verzuim voorafgaand aan een verhoor van de verdachte in het voorbereidend onderzoek ter zake van een aan hem tenlastegelegd feit mede te delen dat hij niet verplicht is tot antwoorden, levert een vormverzuim op conform art. 359a Sv, dat na een daartoe strekkend verweer in de regel dient te leiden tot uitsluiting van het bewijs van de afgelegde verklaring. Het hof mocht dan ook geen nadere ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.