Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) 2016/1104 tot uitvoering van de nauwere samenwerking op het gebied van de bevoegdheid, het toepasselijke recht en de erkenning en tenuitvoerlegging van beslissingen op het gebied van de vermogensrechtelijke gevolgen van geregistreerde partnerschappen
Artikel 62 Verhouding tot de bestaande internationale overeenkomsten
Geldend
Geldend vanaf 28-07-2016
- Bronpublicatie:
24-06-2016, PbEU 2016, L 183 (uitgifte: 08-07-2016, regelingnummer: 2016/1104)
- Inwerkingtreding
28-07-2016
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
24-06-2016, PbEU 2016, L 183 (uitgifte: 08-07-2016, regelingnummer: 2016/1104)
- Vakgebied(en)
Internationaal privaatrecht / Algemeen
Personen- en familierecht / Europees personen- en familierecht
Personen- en familierecht / Relatievermogensrecht
1.
De toepassing van bilaterale of multilaterale verdragen waarbij een of meer lidstaten op het tijdstip van de vaststelling van deze verordening, of van een besluit overeenkomstig artikel 331, lid 1, tweede of derde alinea, VWEU, partij zijn en die betrekking hebben op de in deze verordening geregelde materie, wordt door deze verordening onverlet gelaten, onverminderd de verplichtingen van de lidstaten op grond van artikel 351 VWEU.
2.
Niettegenstaande lid 1 heeft deze verordening, tussen de lidstaten, voorrang boven verdragen die tussen hen zijn gesloten, voor zover zij betrekking hebben op in deze verordening geregelde materies.