Deze zaak hangt samen met zes andere beklagzaken (in cassatie aanhangig onder de nummers: 13/01972; 13/02002; 13/03791; 13/03782; 13/03784 en 13/03790). In die andere zes zaken zal ik vandaag ook concluderen.
HR, 29-09-2015, nr. 13/03778
ECLI:NL:HR:2015:2878
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
29-09-2015
- Zaaknummer
13/03778
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
Strafprocesrecht (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:HR:2015:2878, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 29‑09‑2015; (Cassatie, Beschikking)
Conclusie: ECLI:NL:PHR:2015:1589, Gevolgd
ECLI:NL:PHR:2015:1589, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 23‑06‑2015
Arrest Hoge Raad: ECLI:NL:HR:2015:2878, Gevolgd
- Vindplaatsen
SR-Updates.nl 2015-0423
Uitspraak 29‑09‑2015
Inhoudsindicatie
Geen schriftuur, beroep n-o.
Partij(en)
29 september 2015
Strafkamer
nr. S 13/03778 B
IC/MD
Hoge Raad der Nederlanden
Beschikking
op het beroep in cassatie tegen een beschikking van de Rechtbank Oost-Brabant, zittingsplaats 's-Hertogenbosch, van 5 april 2013, nummer RK 12/2348, op een klaagschrift als bedoeld in art. 552a Sv, ingediend door:
[betrokkene] , geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1980.
1. Geding in cassatie
Het beroep is ingesteld door de betrokkene. Middelen van cassatie zijn namens deze niet voorgesteld.De Advocaat-Generaal G. Knigge heeft geconcludeerd tot niet-ontvankelijkverklaring van de betrokkene in het beroep.
2. Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep
Nu de betrokkene niet binnen de bij de wet gestelde termijn bij de Hoge Raad door een raadsman een schriftuur houdende middelen van cassatie heeft doen indienen, is niet in acht genomen het voorschrift van art. 447, vijfde lid, van het Wetboek van Strafvordering, zodat de betrokkene in het beroep niet kan worden ontvangen.
3. Beslissing
De Hoge Raad verklaart de betrokkene niet-ontvankelijk in het beroep.
Deze beschikking is gegeven door de vice-president W.A.M. van Schendel als voorzitter, en de raadsheren B.C. de Savornin Lohman en H.A.G. Splinter-van Kan, in bijzijn van de waarnemend griffier J.D.M. Hart, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 29 september 2015.
Conclusie 23‑06‑2015
Inhoudsindicatie
Geen schriftuur, beroep n-o.
Nr. 13/03778 B Zitting: 23 juni 2015 | Mr. Knigge Conclusie inzake: [klaagster = betrokkene] |
1. De Rechtbank Oost-Brabant heeft bij beschikking van 5 april 2013 het beklag van klaagster ex art. 552a Sv, strekkende tot opheffing van het op 3 april 2012 gelegde conservatoir beslag op twee auto’s en de teruggave daarvan aan klaagster, ongegrond verklaard.
2. Tegen deze beschikking is namens klaagster cassatieberoep ingesteld.1.Er is geen schriftuur ingediend.
3. De aanzegging in cassatie is op 16 augustus 2013 op het destijds geldende GBA-adres van klaagster aan klaagster in persoon uitgereikt. Aldus is de aanzegging overeenkomstig art. 588, eerste lid, onder b, sub 1, rechtsgeldig betekend.
4. Nu de klaagster niet binnen de bij de wet gestelde termijn bij de Hoge Raad door een raadsman een schriftuur houdende middelen van cassatie heeft doen indienen, is het voorschrift van art. 447, vijfde lid, Sv niet in acht genomen, zodat de klaagster niet in haar cassatieberoep kan worden ontvangen.
5. Deze conclusie strekt tot niet-ontvankelijkverklaring van klaagster in het beroep.
De Procureur-Generaal
bij de Hoge Raad der Nederlanden,
AG
Voetnoten
Voetnoten Conclusie 23‑06‑2015