RAV 2014/59
Onrechtmatige overheidsdaad. Kan bij overschrijding van de redelijke termijn in een civiele procedure als bedoeld in art. 6 EVRM in dezelfde procedure een vordering tegen de Staat worden ingesteld tot vergoeding van immateriële schade, waarbij de Staat als derde moet worden opgeroepen?
HR 28-03-2014, ECLI:NL:HR:2014:736
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
28 maart 2014
- Magistraten
Mrs. E.J. Numann, C.A. Streefkerk, A.H.T. Heisterkamp, G. de Groot, M.V. Polak
- Zaaknummer
12/05436
- Conclusie
wnd. A-G mr. J.C. van Oven
- JCDI
JCDI:ADS917936:1
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Internationaal belastingrecht / Algemeen
Ruimtelijk bestuursrecht / Tegemoetkoming in schade (planschade)
Goederenrecht / Genotsrechten
Burgerlijk procesrecht / Eerste aanleg
Verbintenissenrecht / Onrechtmatige daad
Onteigeningsrecht / Onteigening
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2014:736, Uitspraak, Hoge Raad, 28‑03‑2014
ECLI:NL:PHR:2013:1102, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 18‑10‑2013
Beroepschrift, Hoge Raad, 13‑11‑2012
- Wetingang
Essentie
Onrechtmatige overheidsdaad.
Kan bij overschrijding van de redelijke termijn in een civiele procedure als bedoeld in art. 6 EVRM in dezelfde procedure een vordering tegen de Staat worden ingesteld tot vergoeding van immateriële schade, waarbij de Staat als derde moet worden opgeroepen?
Samenvatting
In deze onteigeningsprocedure over (de hoogte van) schadeloosstelling ingevolge art. 44 Ow wegens het vervallen van een erfdienstbaarheid heeft de rechtbank de vervroegde onteigening uitgesproken ter uitvoering van een bestemmingsplan dat voorzag in de aanleg van een bedrijventerrein en openbaar groen, waarbij de erfdienstbaarheid zou eindigen. De rechthebbenden tot deze ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.