Wet herwaardering proceskostenvergoedingen WOZ en bpm
Aanhef
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2024
- Bronpublicatie:
20-12-2023, Stb. 2023, 507 (uitgifte: 27-12-2023, kamerstukken: 36427)
- Inwerkingtreding
01-01-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
20-12-2023, Stb. 2023, 507 (uitgifte: 27-12-2023, kamerstukken: 36427)
- Vakgebied(en)
Waardering onroerende zaken (V)
Belastingheffing van motorrijtuigen / Belasting van personenauto's en motorrijwielen
Fiscaal procesrecht / Proceskostenvergoeding
Wet van 20 december 2023 tot wijziging van de Wet waardering onroerende zaken en de Wet op de belasting van personenauto's en motorrijwielen 1992 in verband met het herwaarderen van de proceskostenvergoeding en vergoeding van immateriële schade wegens overschrijding van de redelijke termijn
Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van. Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is dat met betrekking tot procedures tegen een WOZ-beschikking, bpm-aangifte of bpm-naheffingsaanslag en de daarmee verband houdende besluiten de overcompensatie wordt weggenomen die er is bij het toekennen van vergoedingen van kosten van door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand, de hoogte van de vergoeding van immateriële schade wegens overschrijding van de redelijke termijn wettelijk wordt geregeld en belanghebbenden zich meer bewust worden van de in hun naam gevoerde procedures en van de kosten en inspanningen die hiermee voor de maatschappij gepaard gaan;
Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze: