NJ 2019/349
Veroordeling ter zake opruiing; geen strijd met vrijheid van meningsuiting.
HR 02-07-2019, ECLI:NL:HR:2019:1069, m.nt. E.J. Dommering
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
2 juli 2019
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, Y. Buruma, M.J. Borgers, J.C.A.M. Claassens, M.T. Boerlage
- Zaaknummer
17/02995
- Conclusie
A-G mr. B.F. Keulen
- Noot
E.J. Dommering
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS79704:1
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Staatsrecht / Grondrechten
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2019:1069, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 02‑07‑2019
ECLI:NL:PHR:2019:723, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 19‑03‑2019
Beroepschrift, Hoge Raad, 26‑03‑2018
- Wetingang
Art. 10 EVRM; art. 131 Sr
Essentie
Het hof kon oordelen dat met de door verdachte opgeplakte poster werd opgeruid tot ‘gewelddadig optreden tegen het openbaar gezag’ en dat veroordeling niet in strijd is met vrijheid van meningsuiting.
Samenvatting
1. Van opruien tot ‘gewelddadig optreden tegen het openbaar gezag’ in de zin van art. 131 Sr is niet slechts sprake indien uitlatingen zijn gericht op ‘het op onrechtmatige wijze omver willen werpen van de Nederlandse regering’.
2. De door verdachte aangeplakte poster refereert aan rellen in de zomer van 2015 na de dood van een arrestant, waarbij in een volgens de poster ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.