Einde inhoudsopgave
Reglement rijbewijzen
Artikel 32 [Eisen bij eerste aanvraag]
Geldend
Geldend vanaf 12-07-2017
- Bronpublicatie:
27-06-2017, Stb. 2017, 298 (uitgifte: 11-07-2017, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
12-07-2017
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
11-05-2017, Stb. 2017, 299 (uitgifte: 11-07-2017, kamerstukken: 34574)
- Afhankelijke geldigheid
Treedt tegelijk in werking met de wet van 11-05-2017, Stb. 299.
- Vakgebied(en)
Verkeersrecht / Rijbevoegdheid
1.
Onverminderd het tweede en derde lid dient de aanvrager, indien de aanvraag betrekking heeft op:
- 1°
de afgifte van een rijbewijs aan een aanvrager aan wie nog niet eerder een rijbewijs is afgegeven voor de rijbewijscategorie waarop de aanvraag betrekking heeft,
- 2°
de afgifte van een rijbewijs dat geldig is voor een categorie of categorieën waarvoor een eerder aan de aanvrager afgegeven rijbewijs in verband met een gevorderd onderzoek naar diens rijvaardigheid tot het besturen van motorrijtuigen ongeldig is verklaard,
- 3°
de afgifte van een rijbewijs dat geldig is voor een categorie of categorieën waarvoor een eerder aan de aanvrager afgegeven rijbewijs op het tijdstip waarop de in artikel 123b, eerste lid, van de wet bedoelde uitspraak onherroepelijk is geworden, geldig was, dan wel
- 4°
de afgifte van een rijbewijs dat geldig is voor een categorie of categorieën waarvoor een eerder aan de aanvrager afgegeven rijbewijs ongeldig is verklaard op grond van artikel 124, eerste lid, onderdeel a, b of c, van de wet,
op het moment van de aanvraag in Nederland woonachtig te zijn en tevens hetzij in de onmiddellijk aan de aanvraag voorafgaande periode van één jaar ten minste 184 dagen in Nederland woonachtig te zijn geweest, hetzij gedurende een periode van ten minste zes maanden te zijn ingeschreven aan een in Nederland gevestigde universiteit, school voor middelbaar, voortgezet of hoger beroepsonderwijs of andere school voor middelbaar, voortgezet of hoger onderwijs.
2.
Indien het een aanvraag betreft als bedoeld in de artikelen 44 tot en met 48, dient de aanvrager in Nederland woonachtig te zijn.
3.
Indien de aanvrager van een rijbewijs op het tijdstip van de aanvraag in verband met zijn studie is ingeschreven aan een buiten Nederland gevestigde universiteit, school voor middelbaar, voortgezet of hoger beroepsonderwijs of een andere school voor middelbaar, voortgezet of hoger onderwijs en in dat kader verblijft in die andere staat, wordt hij geacht in Nederland woonachtig te zijn op voorwaarde dat hij tot de aanvang van zijn studie zijn gewone verblijfplaats in Nederland had.