Einde inhoudsopgave
Regeling interoperabiliteit en veiligheid spoorwegen
Artikel 3 Eisen aan de EG-verklaring van conformiteit of geschiktheid voor gebruik
Geldend
Geldend vanaf 16-06-2019
- Bronpublicatie:
04-06-2019, Stcrt. 2019, 30931 (uitgifte: 13-06-2019, regelingnummer: IENW/BSK- 2019/122715)
- Inwerkingtreding
16-06-2019
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
04-06-2019, Stcrt. 2019, 30931 (uitgifte: 13-06-2019, regelingnummer: IENW/BSK- 2019/122715)
- Vakgebied(en)
Vervoersrecht / Railvervoer
1.
Een EG-verklaring van conformiteit of geschiktheid voor gebruik voldoet qua structuur aan bijlage I bij uitvoeringsverordening (EU) 2019/250.
2.
Onverminderd de gegevens, bedoeld in bijlage I bij uitvoeringsverordening (EU) 2019/250, vermeldt de EG-verklaring van conformiteit of geschiktheid voor gebruik in elk geval:
- a.
de procedures van de TSI’s waaraan de interoperabiliteitsonderdelen zijn beoordeeld;
- b.
indien met betrekking tot de interoperabiliteitsonderdelen, bedoeld in artikel 26a, eerste lid, van de wet, een of meerdere andere rechtshandelingen van de Europese Unie bestaan ten aanzien van andere aspecten dan geregeld in bedoelde TSI’s, een vermelding of deze interoperabiliteitsonderdelen al dan niet aan die andere rechtshandeling of rechtshandelingen voldoen; en
- c.
een door de fabrikant of zijn gemachtigde aangebrachte datering en ondertekening.
3.
In een geval als bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdeel b, worden bij de EG-verklaring van conformiteit of geschiktheid voor gebruik een of meerdere certificaten gevoegd van een aangemelde instantie waaruit de conformiteit of geschiktheid voor gebruik blijkt.