Einde inhoudsopgave
Wet personenvervoer 2000
Artikel 76
Geldend
Geldend vanaf 29-06-2013
- Bronpublicatie:
13-12-2012, Stb. 2013, 233 (uitgifte: 28-06-2013, kamerstukken: 33184)
- Inwerkingtreding
29-06-2013
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
13-12-2012, Stb. 2013, 233 (uitgifte: 28-06-2013, kamerstukken: 33184)
- Vakgebied(en)
Vervoersrecht / Personenvervoer algemeen
Bijzonder strafrecht / Economisch strafrecht
1.
Het is verboden taxivervoer te verrichten zonder een daartoe door Onze Minister verleende vergunning.
2.
Een vergunning als bedoeld in het eerste lid wordt verleend voor onbepaalde tijd.
3.
De vervoerder die taxivervoer verricht, alsmede de bestuurder van een auto waarmee taxivervoer wordt verricht, draagt er zorg voor dat in de auto waarmee dat vervoer wordt verricht het vergunningbewijs zichtbaar voor de reiziger aanwezig is.
4.
Een in het eerste lid bedoelde vergunning wordt, behoudens in bij algemene maatregel van bestuur bepaalde gevallen, slechts verleend aan een vervoerder die voldoet aan eisen van betrouwbaarheid en vakbekwaamheid.
5.
Onze Minister kan vrijstelling of ontheffing verlenen van het derde lid en van de in het vierde lid bedoelde eis van vakbekwaamheid.
6.
Een vrijstelling of ontheffing als bedoeld in het vijfde lid kan onder beperkingen worden verleend en er kunnen voorschriften aan worden verbonden.