Het voorlopig getuigenverhoor
Einde inhoudsopgave
Het voorlopig getuigenverhoor (BPP nr. XVII) 2015/406:406 Systeem van het voorlopig getuigenverhoor
Het voorlopig getuigenverhoor (BPP nr. XVII) 2015/406
406 Systeem van het voorlopig getuigenverhoor
Documentgegevens:
Mr. E.F. Groot, datum 01-01-2015
- Datum
01-01-2015
- Auteur
Mr. E.F. Groot
- JCDI
JCDI:ADS458283:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Bewijs
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
Het systeem – een combinatie van de wettelijke regeling, het door de Hoge Raad geschapen toetsingskader en de nadere uitwerking van beide in dit boek – komt op het volgende neer. Als een voorlopig getuigenverhoor voldoet aan de vereisten beschreven in hoofdstuk 4 en 5, van nut is voor de hoofdzaak (voldoende belang), niet wordt ingezet met als enig doel een ander te benadelen (benadelingscriterium) en niet in strijd is met het doel van het voorlopig getuigenverhoor (doelcriterium), dan komt het bij de beoordeling van een voorlopig getuigenverhoor aan op een belangenafweging. De belangen van de wederpartij moeten niet onevenredig worden benadeeld (onevenredigheidscriterium), het belang van een getuige kan doorslaggevend zijn (zwaarwichtig bezwaar) en doelmatigheidsoverwegingen kunnen aanmerkelijk zwaarder wegen dan de overige belangen (strijd met de goede procesorde). Kortom, het systeem leent zich voor een uitgebalanceerd oordeel waarin op het uitgangspunt van de waarheidsvinding slechts in geval van aanzienlijke beletselen inbreuk wordt gemaakt. Hierbij kan rekening worden gehouden met de belangen van de wederpartij, efficiëntie en getuigen en de rechter kan maatwerk leveren door rekening te houden met de omstandigheden van het geval.