NJB 2021/1891:Dwang in de zin van dwingen bij verkrachting, art. 242 Sr: daarvan kan sprake zijn als de betrokkene zich door het onverhoedse van het handelen van de verdachte daartegen niet heeft kunnen verzetten. In casu heeft verdachte (een sportmasseur) in zijn behandelpraktijk tijdens een tweetal massages zijn handen ‘geleidelijk en onverhoeds’ – in de betekenis van onverwacht – verplaatst naar de liezen van benadeelde en zijn vingers in haar vagina gebracht. Het hof kon oordelen dat de aangeefster zo werd gedwongen tot het dulden van deze handelingen, ook al maakte benadeelde op het moment dat de onverhoedse handelingen plaatsvonden niet onmiddellijk kenbaar dat zij die door de verdachte gepleegde handelingen niet wilde.