Einde inhoudsopgave
Gemeentewet
Artikel 26 [Ordehandhaving]
Geldend
Geldend vanaf 01-01-1994
- Redactionele toelichting
Bij de tekstplaatsing zijn de artikelen vernummerd in 1 t/m 310.
- Bronpublicatie:
26-11-1993, Stb. 1993, 611 (uitgifte: 01-01-1993, kamerstukken: Staten-Generaal Digitaal: 22893 Overheid.nl: 22893)
14-02-1992, Stb. 1992, 96 (uitgifte: 12-03-1992, kamerstukken: Staten-Generaal Digitaal: 19403Overheid.nl: 19403)
- Inwerkingtreding
01-01-1994
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
26-11-1993, Stb. 1993, 611 (uitgifte: 01-01-1993, kamerstukken: Staten-Generaal Digitaal: 22893Overheid.nl: 22893)
11-11-1993, Stb. 1993, 610 (uitgifte: 01-01-1993, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Staatsrecht / Decentralisatie
Staatsrecht / Staatsinrichting
1.
De voorzitter zorgt voor de handhaving van de orde in de vergadering en is bevoegd, wanneer die orde op enigerlei wijze door toehoorders wordt verstoord, deze en zo nodig andere toehoorders te doen vertrekken.
2.
Hij is bevoegd toehoorders die bij herhaling de orde in de vergadering verstoren voor ten hoogste drie maanden de toegang tot de vergadering te ontzeggen.
3.
Hij kan de raad voorstellen aan een lid dat door zijn gedragingen de geregelde gang van zaken belemmert, het verdere verblijf in de vergadering te ontzeggen. Over het voorstel wordt niet beraadslaagd. Na aanneming daarvan verlaat het lid de vergadering onmiddellijk. Zo nodig doet de voorzitter hem verwijderen. Bij herhaling van zijn gedrag kan het lid bovendien voor ten hoogste drie maanden de toegang tot de vergadering worden ontzegd.