NJ 1934, p. 991:Vóór beslissing in raadkamer door den Kantonr. O. M. niet gehoord. Beschikking over opheffing van beslag.

NJ 1934, p. 991

Vóór beslissing in raadkamer door den Kantonr. O. M. niet gehoord. Beschikking over opheffing van beslag.

Documentgegevens:

HR 12-02-1934, ECLI:NL:HR:1934:48

Instantie: Hoge Raad
Datum: 12 februari 1934
Magistraten: Mrs. Jhr. Feith, Taverne, Schepel, Kirberger en Donner
Zaaknummer: [12021934/NJ_1934,_p._991]
Conclusie: Tak
Folio weergave: Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
JCDI: JCDI:ADS153557:1
Vakgebied(en): Archief (V)
Brondocumenten: ECLI:NL:HR:1934:48, Uitspraak, Hoge Raad, 12‑02‑1934
Wetingang: (Sv art. 23, 103.)

Essentie

Vóór beslissing in raadkamer door den Kantonr. O. M. niet gehoord. Beschikking over opheffing van beslag.

Samenvatting

Waar uit de overgelegde processtukken niet blijkt, dat de Kantonr., alvorens de bestreden beschikking [tot opheffing van beslag]~~tn raadkamer te nemen, het O. M. heeft gehoord en het er derhalve voor moet worden gehouden, dat zulks niet is geschied, is art. 23, lid 2 j°. art. 26 Sv. geschonden. Dit verzuim is — in elk geval, indien de vordering niet van het O. M. is uitgegaan — van zoodanig wezenlijke beteekenis voor het strafgeding, dat niet-inachtneming daarvan, al is nietigheid niet uitdrukkelijk ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.