Einde inhoudsopgave
Kadasterbesluit
Artikel 6 [Bijwerking]
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2015
- Bronpublicatie:
23-09-2014, Stb. 2014, 343 (uitgifte: 03-10-2014, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2015
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
23-09-2014, Stb. 2014, 343 (uitgifte: 03-10-2014, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Justitie
- Vakgebied(en)
Ruimtelijk bestuursrecht / Algemeen
Goederenrecht / Algemeen
1.
Indien een inschrijving in de openbare registers betrekking heeft op een geheel perceel of een appartementsrecht dan wel op een perceel met een voorlopige grens of een administratieve grens of een gedeelte van een perceel, anders dan in het tweede lid is bedoeld, worden de in artikel 48, tweede lid, van de wet bedoelde gegevens met inachtneming van artikel 4 terstond bijgewerkt door wijziging of aanvulling van die gegevens, overeenkomstig door het bestuur van de Dienst daartoe te stellen regelen.
2.
Indien een inschrijving in de openbare registers de overgang betreft van een perceel met een voorlopige grens of een gedeelte van een perceel of betrekking heeft op een zodanige vestiging, overgang, wijziging of afstand van een beperkt recht, dat dit recht op een perceel met een voorlopige grens of een gedeelte van een perceel komt te rusten, wordt het feit waarop de inschrijving betrekking heeft, in de basisregistratie kadaster met inachtneming van artikel 4 terstond aangetekend overeenkomstig door het bestuur van de Dienst daartoe vast te stellen regelen, tenzij sprake is van één der in het derde lid bedoelde gevallen waarin de bijwerking plaatsvindt als bijhouding zonder dat een meting plaatsvindt.
3.
De gevallen, bedoeld in het tweede lid, waarin de bijhouding geschiedt zonder dat een meting plaatsvindt, zijn:
- a.
de gevallen waarin de inschrijving betreft
- 1°
een recht van hypotheek,
- 2°
een erfdienstbaarheid,
- 3°
een vruchtgebruik dat betrekking heeft op een gedeelte van een gebouw,
- 4°
een recht van opstal dat uitsluitend betreft het leggen en houden van leidingen in, op of boven de onroerende zaak van een ander, of
- 5°
een recht als bedoeld in het vóór 1 januari 1992 geldende artikel 5, derde lid, onder b, laatste zinsnede, van de Belemmeringenwet Privaatrecht en daar aangeduid als een recht niet met name in het Burgerlijk Wetboek genoemd, alsmede
- b.
bijzondere gevallen waarin het desbetreffende perceel met een voorlopige grens of perceelsgedeelte naar het oordeel van de bewaarder niet voor meting vatbaar is.