Einde inhoudsopgave
Uitvoeringswet grondkamers
Artikel 25 [Bezwaren goedkeuring pachtovereenkomst]
Geldend
Geldend vanaf 01-09-2007
- Bronpublicatie:
06-12-2006, Stb. 2007, 164 (uitgifte: 24-05-2007, kamerstukken: 30833)
- Inwerkingtreding
01-09-2007
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
21-05-2007, Stb. 2007, 165 (uitgifte: 01-01-2007, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Justitie
- Vakgebied(en)
Agrarisch recht / Pachtrecht
Ruimtelijk bestuursrecht / Bijzondere onderwerpen
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
1.
Indien de grondkamer een pachtovereenkomst of een overeenkomst tot wijziging of beëindiging van een pachtovereenkomst niet aanstonds kan goedkeuren, deelt zij aan partijen haar bezwaren mede en geeft zij aan of en op welke wijze deze kunnen worden opgeheven.
2.
Indien een onderzoek door een van haar leden of door een deskundige heeft plaats gehad, zendt de grondkamer aan partijen, tegelijk met de mededeling van haar bezwaren, een afschrift van het rapport van het onderzoek toe.
3.
De in het vorige lid bedoelde mededeling vermeldt de termijn, waarbinnen partijen schriftelijke opmerkingen aan de grondkamer kunnen inzenden en een mondelinge behandeling kunnen verzoeken.
4.
Indien de partijen toestemmen in de wijzigingen, die door de grondkamer als voorwaarde voor het verlenen van haar goedkeuring aan de overeenkomst worden gesteld, legt de grondkamer deze vast in een akte, die door partijen wordt ondertekend en voor dezen bindend is.
5.
Indien de partijen de door de grondkamer nodig geoordeelde wijzigingen niet overnemen, wijzigt de grondkamer de overeenkomst, of, indien zij oordeelt dat door wijziging haar in het eerste lid bedoelde bezwaren niet kunnen worden opgeheven, vernietigt zij haar.