Einde inhoudsopgave
Wet vrachtwagenheffing
Artikel 8 (dienstverleningsovereenkomst tussen dienstaanbieder en houder)
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2024
- Redactionele toelichting
Lid 1 is nog niet in werking getreden.
- Bronpublicatie:
22-08-2022, Stb. 2022, 330 (uitgifte: 30-08-2022, kamerstukken: 35910)
- Inwerkingtreding
01-07-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
25-06-2024, Stb. 2024, 191 (uitgifte: 27-06-2024, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Verkeersrecht / Inrichting wegverkeer
Bestuursrecht algemeen / Handhaving algemeen
Belastingheffing van motorrijtuigen / Belasting van zware motorrijtuigen
Vervoersrecht / Wegvervoer
1.
Nog niet in werking getreden.
2.
De houder ontvangt een factuur van de dienstaanbieder voor het berekende bedrag van de vrachtwagenheffing, bedoeld in artikel 6, over een tussen hen overeen te komen termijn en betaalt het bedrag aan de dienstaanbieder. Onverminderd artikel 20, eerste lid, van de Wet implementatie EETS-richtlijn geldt de betaling van het bedrag van de vrachtwagenheffing door de houder aan de hoofddienstaanbieder als voldoening van de betalingsverplichting van de houder aan Onze Minister.
3.
Voor het sluiten van de dienstverleningsovereenkomst worden de bij algemene maatregel van bestuur te bepalen voertuigdocumenten die nodig zijn om het kenteken van de vrachtwagen, de toegestane maximum massa en de euro-emissieklasse vast te stellen, door de houder aan de dienstaanbieder overgelegd om te bepalen welk tarief, bedoeld in artikel 5, eerste lid, van toepassing is. Als de houder geen voertuigdocumenten kan overleggen, wordt het voertuig geacht een toegestane maximum massa van meer dan 32.000 kg te hebben en wordt het hoogste tarief voor de euro-emissieklasse van het voertuig, bedoeld in artikel 5, eerste lid, gehanteerd. Correctie van de gegevens heeft geen terugwerkende kracht.
4.
Om de inning van de vrachtwagenheffing te verzekeren, kan de dienstaanbieder in de dienstverleningsovereenkomst de houder van de vrachtwagen de verplichting opleggen zekerheid te stellen voor de betaling.
5.
In de dienstverleningsovereenkomst wordt met het oog op de vrachtwagenheffing in ieder geval het volgende geregeld:
- a.
het door de dienstaanbieder verstrekken van boordapparatuur aan de houder en het onderhouden van de functionaliteit daarvan;
- b.
het door de dienstaanbieder verzenden van een factuur aan de houder met daarin in ieder geval gespecificeerd het totaalbedrag van de vrachtwagenheffing en het aantal per dag geregistreerde kilometers;
- c.
het in ieder geval door middel van girale betaling door de houder kunnen betalen van het bedrag van de vrachtwagenheffing aan de dienstaanbieder;
- d.
het beheren door de dienstaanbieder van de klantenrelatie met de houder met inbegrip van een procedure voor klachtenafhandeling;
- e.
het uitvoeren en naleven van het beveiligings- en privacybeleid voor het heffingssysteem voor de vrachtwagens;
- f.
het verstrekken van een kwitantie door de dienstaanbieder aan de houder nadat het bedrag van de vrachtwagenheffing door de dienstaanbieder is ontvangen; en
- g.
6.
Artikel 2, zesde lid, van Uitvoeringsverordening (EU) 2020/204 is van overeenkomstige toepassing bij het factureren, bedoeld in het vijfde lid, onder b, van de houder door de hoofddienstaanbieder.