Einde inhoudsopgave
Wetboek van Strafvordering
Artikel 447 [Schriftuur bij hoger beroep]
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2023
- Redactionele toelichting
Op zaken waarin voor de inwerkingtreding van deze wijziging beroep in cassatie is ingesteld, blijft dit artikel zoals dat luidde voor inwerkingtreding van deze wijziging van toepassing en is art. 432a niet van toepassing.
- Bronpublicatie:
22-08-2022, Stb. 2022, 345 (uitgifte: 07-09-2022, kamerstukken: 36003)
- Inwerkingtreding
01-01-2023
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
16-09-2022, Stb. 2022, 364 (uitgifte: 21-09-2022, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
1.
De partij die in hoger beroep gekomen is kan tegelijk met haar verklaring op de griffie van het gerecht door of bij hetwelk de beschikking is gegeven, een schriftuur, houdende haar grieven, indienen. Artikel 410, eerste lid, laatste twee volzinnen, zijn van overeenkomstige toepassing.
2.
Indien beroep in cassatie is ingesteld zendt de griffier van het gerecht dat de beschikking heeft gewezen de stukken zo spoedig mogelijk naar de griffier van de Hoge Raad. Artikel 432a is van overeenkomstige toepassing.
3.
Na ontvangst van de stukken van het geding door de griffier van de Hoge Raad wordt door de procureur-generaal aan de partij die cassatie heeft ingesteld aangezegd dat de stukken van het geding bij de Hoge Raad zijn ingekomen. In de aanzegging wordt gewezen op het vierde onderscheidenlijk vijfde lid. Artikel 435, derde lid, is van overeenkomstige toepassing.
4.
Het openbaar ministerie is verplicht op straffe van niet-ontvankelijkheid binnen een maand nadat de aanzegging is verzonden een schriftuur houdende middelen van cassatie in te dienen.
5.
De verdachte of andere belanghebbende is op straffe van niet-ontvankelijkheid verplicht binnen een maand nadat de aanzegging is betekend, bij de Hoge Raad door zijn raadsman onderscheidenlijk door een advocaat een schriftuur te doen indienen, houdende zijn middelen van cassatie.
6.
Artikel 439, derde en vijfde lid, is van overeenkomstige toepassing.
7.
De schriftuur wordt onverwijld bij de processtukken gevoegd.