Einde inhoudsopgave
Regeling aanwijzing categorieën duurzame energieproductie 2014
Artikel 41
Geldend
Geldend vanaf 13-02-2014
- Bronpublicatie:
10-02-2014, Stcrt. 2014, 3866 (uitgifte: 12-02-2014, regelingnummer: WJZ/13177759)
- Inwerkingtreding
13-02-2014
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
10-02-2014, Stcrt. 2014, 3866 (uitgifte: 12-02-2014, regelingnummer: WJZ/13177759)
- Vakgebied(en)
Milieurecht / Energie
Bestuursrecht algemeen / Bijzondere onderwerpen bestuursrecht
Energierecht (V)
1.
De minister verstrekt op aanvraag subsidie aan een producent van hernieuwbaar gas geproduceerd door een bestaande productie-installatie waarvoor op grond van artikel 72m van de Elektriciteitswet 1998 of artikel 2 van de Subsidieregeling opwekken duurzame elektriciteit in vergistingsinstallaties subsidie van meer dan € 0,00 is ontvangen en waarvoor op het moment van aanvraag de subsidieperiode op grond van voorgenoemde artikelen ten minste 7 jaar daarvoor is aangevangen:
- a.
waarmee hernieuwbaar gas wordt geproduceerd uitsluitend door middel van allesvergisting, of
- b.
waarmee hernieuwbaar gas wordt geproduceerd uitsluitend door middel van vergisting en co-vergisting van dierlijke mest.
2.
Een aanvraag om subsidie wordt ingediend met gebruikmaking van het formulier dat is opgenomen in de bij deze regeling behorende bijlage 6.
3.
Indien de aanvrager in aanvulling op de subsidie op grond van artikel 72m van de Elektriciteitswet 1998 of artikel 2 van de Subsidieregeling opwekken duurzame elektriciteit in vergistingsinstallaties, subsidie heeft ontvangen op grond van artikel 116 van de Regeling aanwijzing categorieën duurzame energieproductie 2012, artikel 72 van de Regeling aanwijzing categorieën duurzame energieproductie 2013, of artikel 72 van deze regeling, eindigt de subsidieperiode van deze subsidie in ieder geval op het moment dat de subsidieperiode van de subsidie verstrekt op grond van het eerste lid aanvangt.
4.
Productie-installaties als bedoeld in het eerste lid worden aangewezen als productie-installaties als bedoeld in de artikelen 3, eerste lid, onderdeel d, tweede lid, onderdeel a, vijfde lid, 32, tweede en vierde lid, 56, eerste lid, en, indien subsidie is verstrekt op grond van artikel 116 van de Regeling aanwijzing categorieën duurzame energieproductie 2012, artikel 72 van de Regeling aanwijzing categorieën duurzame energieproductie 2013, of artikel 72 van deze regeling, als productie-installaties als bedoeld in artikel 3, derde lid, onderdeel a, van het besluit.