Inhoudsopgave
DD 2019/61:Wederrechtelijkheid of morele ongeoorloofdheid: welk inzicht moet de ontoerekenbare verdachte ontberen?
DD 2019/61
Wederrechtelijkheid of morele ongeoorloofdheid: welk inzicht moet de ontoerekenbare verdachte ontberen?
Documentgegevens:
J. Bijlsma, datum 15-11-2019
- Datum
15-11-2019
- Auteur
J. Bijlsma1
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS141533:2
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
Het Gerechtshof Den Haag past in de zaak Bart van U. een criterium voor ontoerekenbaarheid toe, op grond waarvan ontbrekend inzicht in de wederrechtelijkheid van het feit tot ontoerekenbaarheid kan leiden. Dit criterium is bekritiseerd, onder andere omdat het lijkt uit te sluiten dat ontbrekend inzicht in de morele ongeoorloofdheid van het feit tot ontoerekenbaarheid leidt. In dit artikel wordt – mede aan de hand van het internationale debat over dit onderwerp – betoogd dat het hof het wederrechtelijkheidscriterium te beperkt interpreteert, namelijk als de vervulling van een delictomschrijving. Een ruimere interpretatie die aansluit bij het element wederrechtelijkheid, maakt het ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.