Einde inhoudsopgave
Wijzigingswet Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen, enz. (harmonisatie regelgeving kindercentra en peuterspeelzalen)
Artikel XXVI Overgangsbepaling beschikking toestemming tot exploitatie
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2018
- Bronpublicatie:
31-05-2017, Stb. 2017, 252 (uitgifte: 19-06-2017, kamerstukken: 34596)
- Inwerkingtreding
01-01-2018
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
03-07-2017, Stb. 2017, 309 (uitgifte: 17-07-2017, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Sociale zekerheid kinderen en jongeren / Kinderopvang
Jeugdbeleid / Kinderopvang
1.
Het college beslist na inwerkingtreding van de Wet van 31 mei 2017 tot wijziging van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen en enkele andere wetten in verband met de harmonisatie van de regelgeving met betrekking tot kindercentra en peuterspeelzalen (Stb. 2017, 252), nadat een onderzoek van de toezichthouder als bedoeld in artikel 1.62, tweede lid, van de Wet kinderopvang, heeft plaatsgevonden, tot het:
- a.
intrekken van de beschikking, bedoeld in artikel 2.3, tweede lid, van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen, van een peuterspeelzaal die op de dag voorafgaand aan het tijdstip van inwerkingtreding van de in de aanhef genoemde wet in het register peuterspeelzaalwerk, bedoeld in artikel 2.4b, eerste lid, van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen, staat ingeschreven, of
- b.
geven van een beschikking als bedoeld in artikel 1.46, tweede lid, van de Wet kinderopvang.
2.
Een beschikking als bedoeld in artikel 2.3, tweede lid, van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen, van een peuterspeelzaal die op de dag voorafgaand aan het tijdstip van inwerkingtreding van de in de aanhef van het eerste lid genoemde wet in het register peuterspeelzaalwerk, bedoeld in artikel 2.4b, eerste lid, van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen, staat ingeschreven, wordt tot het tijdstip waarop het besluit van het college, bedoeld in het eerste lid, onherroepelijk is geworden, beschouwd als een beschikking als bedoeld in artikel 1.46, tweede lid, van de Wet kinderopvang.