NJB 2018/1831
Verklaring raadsman als wettig bewijsmiddel: een door de raadsman ter terechtzitting gedane mededeling kan niet worden aangemerkt als een wettig bewijsmiddel als bedoeld in art. 339 lid 1 Sv en kan derhalve niet voor het bewijs kan worden gebezigd
HR 25-09-2018, ECLI:NL:HR:2018:1773
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
25 september 2018
- Magistraten
Mrs. J. de Hullu, M.J. Borgers, A.E.M. Röttgering
- Zaaknummer
17/00452
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Staatsrecht / Rechtspraak
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2018:1773, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 25‑09‑2018
ECLI:NL:PHR:2018:646, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 26‑06‑2018
Beroepschrift, Hoge Raad, 26‑05‑2017
Essentie
Verklaring raadsman als wettig bewijsmiddel: een door de raadsman ter terechtzitting gedane mededeling kan niet worden aangemerkt als een wettig bewijsmiddel als bedoeld in art. 339 lid 1 Sv en kan derhalve niet voor het bewijs kan worden gebezigd
Uitspraak
Inleiding:
Verdachte is veroordeeld omdat hij – kort gezegd – ‘tezamen en in vereniging met een ander, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een aanhangwagen en een springkussen en een opblaasapparaat en/of een of meerdere dekzeil(en) en/of een of meerdere parasolvoet(en) en een haspel, toebehorend aan [betrokkene 1].’
Het hof heeft ten aanzien van de bewezenverklaring o.a. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.