Einde inhoudsopgave
Europees Verdrag inzake de rechtspositie van migrerende werknemers
Artikel 26 Beroep op de rechterlijke en bestuurlijke autoriteiten van de ontvangende Staat
Geldend
Geldend vanaf 01-05-1983
- Bronpublicatie:
24-11-1977, Trb. 1978, 70 (uitgifte: 01-06-1978, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-05-1983
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
10-03-1983, Trb. 1983, 45 (uitgifte: 01-01-1983, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationale sociale zekerheid / Discriminatie
Internationale sociale zekerheid / Algemeen
1.
Iedere Verdragsluitende Partij kent de migrerende werknemers bij rechtzaken een behandeling toe die niet minder gunstig is dan die van haar eigen onderdanen. De migrerende werknemers hebben, op dezelfde voorwaarden als de onderdanen van het betrokken land, recht op volledige wettelijke en gerechtelijke bescherming van hun persoon en hun bezittingen alsmede van hun rechten en belangen; zij hebben met name, op dezelfde wijze als de onderdanen van het betrokken land, het recht zich te wenden tot de bevoegde rechterlijke en bestuurlijke autoriteiten en zich te laten bijstaan door de persoon van hun keuze die daartoe door de wetten van bedoelde Staat is gemachtigd, bijvoorbeeld in geschillen met hun werkgever, hun gezinsleden of derden. Dit artikel laat de bepalingen van het in de ontvangende Staat van kracht zijnde internationale privaatrecht onverlet.
2.
Iedere Verdragsluitende Partij verleent, op dezelfde voorwaarden als aan haar eigen onderdanen, de migrerende werknemers rechtsbijstand, en bij civielrechtelijke of strafrechtelijke procedures de mogelijkheid om zich door een tolk te laten bijstaan indien de migrerende werknemer de ter zitting gebezigde taal niet begrijpt of niet spreekt.