Einde inhoudsopgave
Algemeen militair ambtenarenreglement
Artikel 25 Overgangsbeleid bevordering tot sergeant bij de Koninklijke Marine
Geldend
Geldend vanaf 01-02-2011
- Bronpublicatie:
24-01-2011, Stb. 2011, 21 (uitgifte: 31-01-2011, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-02-2011
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
24-01-2011, Stb. 2011, 21 (uitgifte: 31-01-2011, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Ambtenarenrecht / Arbeidsvoorwaarden
Ambtenarenrecht / Bijzondere onderwerpen
1.
De militair ingedeeld bij Koninklijke marine die op 9 december 2003 de rang van korporaal bekleedde zal, indien hij 12 jaren die rang heeft bekleed, bij voorrang een functie worden toegewezen waaraan de rang van sergeant is verbonden, voor zover een dergelijke functie beschikbaar is, met dien verstande dat een dergelijke functietoewijzing niet kan geschieden binnen een termijn van twee jaar voor de dag waarop hem ontslag als bedoeld in artikel 39a, onder a, zal worden verleend.
2.
Indien het niet mogelijk is om de militair, bedoeld in het eerste lid, een functie toe te wijzen waaraan de rang van sergeant is verbonden, wordt hij, op het moment dat hij de rang van korporaal 15 jaar heeft bekleed, bevorderd tot sergeant.
3.
De militair ingedeeld bij de Koninklijke marine, die op 9 december 2003 de rang van korporaal bekleedde en aan wie twee jaar voor de dag waarop hem ontslag als bedoeld in artikel 39a onder a, zal worden verleend, nog geen functie is of kan worden toegewezen waaraan de rang van sergeant is verbonden, wordt niettemin bevorderd tot sergeant.
4.
Om voor toewijzing van een functie waaraan de rang van sergeant is verbonden, als bedoeld in het eerste lid, dan wel voor bevordering tot sergeant, als bedoeld in het tweede en derde lid, in aanmerking te komen dient de militair te voldoen aan de gestelde eisen als bedoeld in artikel 19.