BNB 2018/90
Bijstandsuitkering. Niet-verwante ongehuwd samenwonenden in zorgsituatie. Discriminatie ten opzichte van tweedegraads bloedverwanten. Rechtsherstel overgelaten aan de wetgever
HR 08-12-2017, ECLI:NL:HR:2017:3081, m.nt. R.H. Happé
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
8 december 2017
- Magistraten
Mrs. Feteris, Koopman, Fierstra, Groeneveld, Wortel
- Zaaknummer
17/00196
- Conclusie
A-G Wattel
- Noot
R.H. Happé
- JCDI
JCDI:ADS928758:1
- Vakgebied(en)
Sociale zekerheid bijstand (V)
Sociale zekerheid bijstand / Algemene bijstand
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2017:3081, Uitspraak, Hoge Raad, 08‑12‑2017
ECLI:NL:PHR:2017:907, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 29‑08‑2017
Beroepschrift, Hoge Raad, 29‑08‑2017
- Wetingang
Art. 3 lid 2 onderdeel a Participatiewet; art. 14 EVRM; art. 1 Protocol 12 EVRM; art. 26 IVBPR
Essentie
Bijstandsuitkering. Niet-verwante ongehuwd samenwonenden in zorgsituatie. Discriminatie ten opzichte van tweedegraads bloedverwanten. Rechtsherstel overgelaten aan de wetgever
Samenvatting
Belanghebbende ontving een bijstandsuitkering naar de norm voor alleenstaanden. Vanwege een lichamelijke beperking heeft zij zorg nodig die wordt verleend door B, bij wie zij woonruimte huurt en met wie zij een gezamenlijke huishouding voert. B wordt voor de zorg betaald uit een aan belanghebbende toegekend persoonsgebonden budget. Het inkomen van B uit het persoonsgebonden budget is hoger dan de norm voor een bijstandsuitkering voor gehuwden. De bijstandsuitkering van belanghebbende is ingetrokken op de grond dat zij en B ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.