RFR 2009, 107
Huwelijksvermogensrecht. Is de rechter verplicht tot het vaststellen van de gemeenschap, zelfs indien partijen onvoldoende gegevens verstrekken?
HR 10-07-2009, ECLI:NL:HR:2009:BI2036
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
10 juli 2009
- Magistraten
Mrs. D.H. Beukenhorst, A.M.J. van Buchem-Spapens, A. Hammerstein, W.A.M. van Schendel, C.A. Streefkerk
- Zaaknummer
08/02518
- Conclusie
A-G Rank-Berenschot
- LJN
BI2036
- JCDI
JCDI:ADS872912:1
- Vakgebied(en)
Goederenrecht / Gemeenschap
Vermogensrecht (V)
Personen- en familierecht / Relatievermogensrecht
Erfrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2009:BI2036, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 10‑07‑2009
ECLI:NL:PHR:2009:BI2036, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 17‑04‑2009
Beroepschrift, Hoge Raad, 10‑06‑2008
- Wetingang
BW art. 3:185
Essentie
Huwelijksvermogensrecht.
Is de rechter verplicht tot het vaststellen van de gemeenschap, zelfs indien partijen onvoldoende gegevens verstrekken?
Samenvatting
Partijen zijn gehuwd geweest in gemeenschap van goederen. De rechtbank heeft de echtscheiding uitgesproken en bij beschikking de verdeling van de tussen partijen bestaande huwelijksgoederengemeenschap vastgesteld. Partijen zijn daarvan beiden in beroep gekomen. Het hof heeft de bestreden beschikking vernietigd en het inleidende verzoek alsnog afgewezen, aangezien partijen onvoldoende gegevens in het geding hebben gebracht om de verdeling te kunnen vaststellen. De vrouw heeft van de beschikking van het hof beroep in cassatie ingesteld. Zij stelt dat art. 3:185 ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.