Einde inhoudsopgave
Regeling geluidwerende voorzieningen militaire luchthavens 2015
Artikel 9
Geldend
Geldend vanaf 01-11-2015
- Bronpublicatie:
14-10-2015, Stcrt. 2015, 36461 (uitgifte: 23-10-2015, regelingnummer: BS2015018351)
- Inwerkingtreding
01-11-2015
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
14-10-2015, Stcrt. 2015, 36461 (uitgifte: 23-10-2015, regelingnummer: BS2015018351)
- Vakgebied(en)
Vervoersrecht / Luchtvervoer
Milieurecht / Geluid en trillingen
1.
Aan de in artikel 8, derde lid, eerste volzin, bedoelde eigenaren wordt zodra de woning die is opgenomen in het isolatieprogramma of een deelproject in uitvoering wordt genomen, verzocht binnen twee maanden na verzending van de mededeling, schriftelijk toestemming te verlenen tot het uitvoeren van een onderzoek.
2.
Indien de toestemming niet volledig, niet binnen de in het eerste lid genoemde termijn of niet voor de gehele woning is verleend, wordt de desbetreffende eigenaren schriftelijk medegedeeld dat geen geluidwerende voorzieningen worden aangebracht.
3.
Indien toestemming tot het uitvoeren van een onderzoek is verleend, stelt de minister binnen zes maanden na ontvangst daarvan een onderzoek in. Het resultaat van het onderzoek, met in ieder geval de volgende onderwerpen, wordt de minister medegedeeld:
- a.
een opgave van de geluidsgevoelige ruimten;
- b.
een inventarisatie van bouwtechnische gegevens die van belang zijn voor het vaststellen van de aan te brengen geluidwerende voorzieningen;
- c.
een opgave van de geluidwerende voorzieningen die moeten worden aangebracht om te voldoen aan artikel 12;
- d.
een raming van de ten laste van het Rijk komende kosten die zijn verbonden aan het aanbrengen van de onder c bedoelde geluidwerende voorzieningen;
- e.
indien van toepassing, een raming van de ten laste van de eigenaren komende kosten voor:
- 1°
het uitvoeren van extra voorzieningen met betrekking tot het in overeenstemming brengen met de in artikel 4, eerste lid, onderdeel a, bedoelde geluidweringsvoorschriften;
- 2°
het uitvoeren van extra voorzieningen als bedoeld in artikel 4, derde lid;
- 3°
het uitvoeren van extra voorzieningen met betrekking tot het in overeenstemming brengen met de in artikel 5, eerste lid, bedoelde technische voorschriften;
- 4°
het in artikel 5, derde lid, bedoelde opheffen van gebreken en van achterstallig onderhoud;
- 5°
het in artikel 5, vijfde lid, bedoelde verschil tussen het geraamde bedrag voor het aanbrengen van de geluidwerende voorzieningen en de kostenbegrenzingswaarde.
4.
De minister kan op verzoek van de eigenaar de resultaten van het onderzoek doen controleren.