Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) nr. 181/2011 betreffende de rechten van autobus- en touringcarpassagiers en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2006/2004
Bijlage II Handicapgerelateerde opleiding
Geldend
Geldend vanaf 20-03-2011
- Bronpublicatie:
16-02-2011, PbEU 2011, L 55 (uitgifte: 28-02-2011, regelingnummer: 181/2011)
- Inwerkingtreding
20-03-2011
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
16-02-2011, PbEU 2011, L 55 (uitgifte: 28-02-2011, regelingnummer: 181/2011)
- Vakgebied(en)
Vervoersrecht / Personenvervoer algemeen
Vervoersrecht / Europees vervoersrecht
a) Opleiding in omgang met personen met een handicap
De opleiding van personeel dat rechtstreeks in aanraking komt met passagiers omvat de volgende thema's:
- —
bewustmaking van fysieke, zintuiglijke (auditieve en visuele), en verborgen handicaps en leermoeilijkheden, alsmede het adequaat reageren daarop, inclusief de wijze waarop de mogelijkheden van personen met beperkte mobiliteit, oriëntatie of communicatievaardigheden kunnen worden ingeschat;
- —
belemmeringen voor personen met een handicap en personen met beperkte mobiliteit, met inbegrip van attitudeproblemen, omgevings-/fysieke obstakels en organisatorische belemmeringen;
- —
erkende hulphonden; met inbegrip van de rol en de behoeften van de hulphond;
- —
optreden in onverwachte situaties;
- —
sociale vaardigheden en technieken om te communiceren met doven en slechthorenden, personen met een visuele handicap, mensen met een spraakprobleem en mensen met leermoeilijkheden;
- —
zorgvuldige omgang met rolstoelen en andere mobiliteitshulpmiddelen, om schade te vermijden (voor personeel dat in voorkomend geval verantwoordelijk is voor de bagageafhandeling).
b) Opleiding in bijstand aan personen met een handicap
De opleiding van personeel dat rechtstreeks bijstand verleent aan personen met een handicap en personen met beperkte mobiliteit omvat de volgende thema's:
- —
hoe een rolstoelgebruiker helpen in- en uit zijn rolstoel te komen;
- —
vaardigheden om bijstand te verlenen aan personen met een handicap en personen met beperkte mobiliteit die reizen met een erkende hulphond, die ook betrekking hebben op de rol en de behoeften van de hulphond;
- —
technieken voor de begeleiding van passagiers met een visuele handicap en voor de omgang met en het vervoer van erkende hulphonden;
- —
kennis van de soorten uitrusting om personen met een handicap en personen met beperkte mobiliteit te helpen, en van de gebruikswijze daarvan;
- —
het gebruik van in- en uitstaphulpmiddelen en kennis van de gepaste procedures voor bijstand bij het in- en uitstappen, waarbij de veiligheid en de waardigheid van personen met een handicap en personen met beperkte mobiliteit wordt gewaarborgd;
- —
begrip van de behoefte aan betrouwbare en professionele bijstand. Tevens bekendheid met de mogelijke gevoelens van kwetsbaarheid die gehandicapte passagiers door hun afhankelijkheid van de geboden bijstand tijdens de reis kunnen ervaren;
- —
kennis van eerste hulp.