NJ 1949/87
Arrest l.z. Rauter. Rechtsvragen rond art. 27a B.B.S.
Bijzondere Raad van Cassatie 12-01-1949, ECLI:NL:XX:1949:10, m.nt. Prof. Mr. B.V.A. Röling (Rauter)
- Instantie
Bijzondere Raad van Cassatie
- Datum
12 januari 1949
- Magistraten
Mrs. Haga, Prof. Dr. Verzijl, Prof. Dr. van Brakel, Prof. Pompe, Lt.-Gen. Best
- Zaaknummer
[12011949. /NJ_1949-87]
- Noot
Prof. Mr. B.V.A. Röling
- Roepnaam
Rauter
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS133429:1
- Vakgebied(en)
Archief (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:XX:1949:10, Uitspraak, Bijzondere Raad van Cassatie, 12‑01‑1949
- Wetingang
(Sr. artt. 1, 40, 42, 43; Sv. art. 261; B.B.S. art. 27a; Landoorlogregl. artt. 23h, 50; Krijgsgevangenenconv. van 1929, art. 63). 1
Essentie
Arrest l.z. Rauter. Rechtsvragen rond art. 27a B.B.S.
Samenvatting
Bevoegdheid van den Ned. rechter. Art. 63 Krijgsgevangenenconventie van 1929 niet geschreven voor oorlogsmisdaden begaan vóór de gevangenschap. Eisen te stellen aan dagvaarding een crimineel beleid betreffende. Uit dagvaarding behoeft niet te blijken welke delicten volgens Ned. recht het telaste gelegde oplevert. Dit behoeft evenmin te blijken uit de bewezenverklaring, daar het slechts betekenis heeft voor de straftoemeting. Qualificatie van het misdrijf van art. 27a B.B.S.
Rechtspositie van burgers in bezet gebied t.a.v. den bezetter. Landoorlogsreglement en capitulatievoorwaarden. Rechtskarakter van de capitulatie te Rijnsoord. Betekenis van de capitulatie t.a.v. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.