V-N 2018/51.17
Rechter niet gebonden aan landelijke afspraken over schadevergoeding na onterecht voorarrest
HR 11-09-2018, ECLI:NL:HR:2018:1542, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
11 september 2018
- Magistraten
De Hullu, Van Dorst, Buruma, Van Strien, Borgers
- Zaaknummer
18/02673
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS929644:1
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Strafprocesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2018:1542, Uitspraak, Hoge Raad, 11‑09‑2018
ECLI:NL:PHR:2018:671, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 26‑06‑2018
- Wetingang
art. 79 RO; art. 90 lid 1 Sv
Essentie
De strafkamer van de Hoge Raad oordeelt dat de LOVS-afspraken geen recht zijn in de zin van art. 79 Wet RO, reeds omdat deze niet afkomstig zijn van een instantie die de bevoegdheid heeft rechters te binden wat betreft het gebruik dat zij maken van de hun door de wetgever gelaten ruimte. Hof 's-Hertogenbosch mag de laatste dag die de verzoeker in detentie heeft doorgebracht dus toch meetellen.
Samenvatting
Een veroordeelde krijgt een schadevergoeding van Hof ’s-Hertogenbosch wegens een ten onrechte ondergane verzekering en voorlopige hechtenis. In tegenstelling tot de afspraken die in het Landelijk Overleg ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.