NJB 2012/911
HR, 27-03-2012, nr. S 10/01614
HR 27-03-2012, ECLI:NL:HR:2012:BT2105
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
27 maart 2012
- Magistraten
Mrs. Van Dorst, De Savornin Lohman, De Hullu, Groos en Buruma;
- Zaaknummer
S 10/01614
- Conclusie
de A-G Vellinga heeft geconcludeerd tot vernietiging van het bestreden arrest wat betreft de opgelegde straf en tot verwerping van het beroep voor het overige; adv. mr. D.V.A. Brouwer, Utrecht)
- LJN
BT2105
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Internationaal belastingrecht / Algemeen
Internationaal strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2012:BT2105, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 27‑03‑2012
Beroepschrift, Hoge Raad, 04‑09‑2010
- Wetingang
EVRM art. 6; Richtlijn premiefraude werkgevers, bepalingen
Essentie
1) Het verweer inhoudend dat het openbaar ministerie niet-ontvankelijk moet worden verklaard in de vervolging wegens handelen in strijd met de Richtlijn premiefraude werkgevers (en de beginselen van een goede procesorde), slaagt niet omdat ten tijde van de vervolgingsbeslissing op basis van de toen bekende gegevens was voldaan aan de criteria van de Richtlijn. Daaraan doet niet af dat achteraf is gebleken dat de gegevens anders moeten worden gewaardeerd.
2) Overschrijding van de redelijke termijn in de feitelijke instanties. Zoals onlangs door de Hoge Raad (weer) is uiteengezet, heeft deze maar beperkte mogelijkheid van toetsing. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.