NJB 2018/1315
Strijd met discriminatieverbod. Rechtsherstel. Verhuurderheffing. In geval van mede-eigendom in aanmerking nemen van huurwoning bij genothebbende die WOZ-beschikking ontvangt komt in strijd met het verdragsrechtelijk gelijkheidsbeginsel. Onjuist uitgangspunt over civielrechtelijke verhaalsmogelijkheden van de verhuurderheffing op andere mede-eigenaars cq genothebbenden. Keuzes van de wetgever kunnen leiden tot een uitkomst die als willekeurig is te beschouwen. Redenen van praktische uitvoerbaarheid geen rechtvaardiging. Overschrijding ruime beoordelingsvrijheid van de wetgever. Rechtsherstel: (i) omdat diverse mogelijkheden denkbaar zijn om de geconstateerde schending van het verbod van discriminatie op te heffen, geen grond voor de Hoge Raad om zelf een rechtsregel te formuleren om in het rechtstekort te voorzien, (ii) gelet op de willekeurige aanwijzing van belanghebbende als belastingplichtige, wel aanleiding om de verhuurderheffing ten aanzien van hem buiten toepassing te laten
HR 08-06-2018, ECLI:NL:HR:2018:846
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
8 juni 2018
- Magistraten
Mrs. Overgaauw, Van Loon, Wortel, Van Kalmthout, Van Hilten
- Zaaknummer
16/04098
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Verhuurderheffing (V)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2018:846, Uitspraak, Hoge Raad, 08‑06‑2018
Beroepschrift, Hoge Raad, 28‑12‑2016
ECLI:NL:PHR:2016:1374, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 28‑12‑2016
- Wetingang
(art. 4 Wet verhuurderheffing; art. 4, 26 IVBPR; art. 14 EVRM, art. 1Protocol 1, art. 1 Protocol 12 EVRM; Titel 7, Afdeling 1, Boek 3 BW).
Essentie
Strijd met discriminatieverbod. Rechtsherstel. Verhuurderheffing. In geval van mede-eigendom in aanmerking nemen van huurwoning bij genothebbende die WOZ-beschikking ontvangt komt in strijd met het verdragsrechtelijk gelijkheidsbeginsel. Onjuist uitgangspunt over civielrechtelijke verhaalsmogelijkheden van de verhuurderheffing op andere mede-eigenaars cq genothebbenden. Keuzes van de wetgever kunnen leiden tot een uitkomst die als willekeurig is te beschouwen. Redenen van praktische uitvoerbaarheid geen rechtvaardiging. Overschrijding ruime beoordelingsvrijheid van de wetgever. Rechtsherstel: (i) omdat diverse mogelijkheden denkbaar zijn om de geconstateerde schending van het verbod van discriminatie op te heffen, geen grond voor de Hoge Raad om zelf een rechtsregel te formuleren om in ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.