Einde inhoudsopgave
Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering
Artikel 44a [Opmerkingen ACM of Europese Commissie]
Geldend
Geldend vanaf 01-09-2017
- Redactionele toelichting
De wijziging betreffende lid 3 moet worden aangebracht in het bij de wijziging van 25-01-2017, Stb. 28 tot lid 4 vernummerde lid 3.
- Bronpublicatie:
13-07-2016, Stb. 2016, 288 (uitgifte: 21-07-2016, kamerstukken: 34059)
- Inwerkingtreding
01-09-2017
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
24-04-2017, Stb. 2017, 174 (uitgifte: 04-05-2017, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Mededingingsrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Mededingingsrecht / EU-mededingingsrecht
1.
De Autoriteit Consument en Markt of de Europese Commissie kan, niet optredende als partij, schriftelijke opmerkingen maken ingevolge artikel 15, derde lid, eerste alinea, van verordening (EG) nr. 1/2003 van de Raad van de Europese Unie van 16 december 2002 betreffende de uitvoering van de mededingingregels van de artikelen 81 en 82 van het Verdrag (PbEG 2003, L 1), indien deze de wens daartoe te kennen heeft gegeven. Met toestemming van de rechter kan de Autoriteit Consument en Markt of de Europese Commissie ook mondelinge opmerkingen maken.
De rechter kan daartoe een roldatum bepalen.
2.
Op een verzoek ingevolge artikel 15, derde lid, tweede alinea, van de verordening verstrekt de rechter aan de Autoriteit Consument en Markt of de Europese Commissie de in die bepaling bedoelde stukken. Partijen kunnen binnen een door de rechter te bepalen termijn hun mening over de te verstrekken stukken geven.
3.
Op verzoek van de rechter kan de Autoriteit Consument en Markt bijstand verlenen bij het bepalen van de omvang van de schade door een inbreuk op het mededingingsrecht als bedoeld in artikel 193k, onderdeel a, van Boek 6 van het Burgerlijk Wetboek.
4.
Partijen kunnen binnen een door de rechter te bepalen termijn op de opmerkingen van de Autoriteit Consument en Markt of de Europese Commissie reageren.