Einde inhoudsopgave
Reglement rijbewijzen
Artikel 9a
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2021
- Bronpublicatie:
04-12-2020, Stb. 2020, 505 (uitgifte: 11-12-2020, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
04-12-2020, Stb. 2020, 505 (uitgifte: 11-12-2020, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Verkeersrecht / Rijbevoegdheid
1.
Bij het geven van rijonderricht in de zin van de Wet motorrijtuigen[lees: rijonderricht motorrijtuigen] 1993 in het kader van de opleiding voor het praktijkexamen voor rijbewijs T dient te worden voldaan aan de volgende eisen:
- a.
het motorrijtuig waarmee rijonderricht wordt gegeven dient te zijn voorzien van inrichtingen die zo zijn aangebracht dat degene die rijonderricht geeft daarmee de bedrijfsrem en, indien het een motorrijtuig met handschakeling betreft, de koppeling vanaf zijn zitplaats doeltreffend kan bedienen;
- b.
het motorrijtuig waarmee rijonderricht wordt gegeven dient te zijn voorzien van twee of meer buitenspiegels, dan wel een camera-monitorsysteem of camera-monitorsystemen, waarmee degene die rijonderricht geeft het rechts en links naast en achter hem gelegen weggedeelte kan overzien;
- c.
het motorrijtuig waarmee rijonderricht wordt gegeven dient te zijn voorzien van een bij ministeriële regeling vastgestelde aanduiding, aangebracht op een wijze als bij die regeling is voorgeschreven.
2.
Artikel 9, vijfde lid, is van overeenkomstige toepassing.