PJ 2023/16
Is de werkgever een vergoeding verschuldigd wegens het opzeggen van de uitvoeringsovereenkomst met het ondernemingspensioenfonds? Hoge Raad laat arrest van het hof met bevestigende beantwoording in stand.
HR 16-09-2022, ECLI:NL:HR:2022:1234, m.nt. prof. mr. J.M. van Slooten
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
16 september 2022
- Magistraten
Mrs. M.V. Polak, T.H. Tanja-van den Broek, C.E. du Perron, H.M. Wattendorff, F.J.P. Lock
- Zaaknummer
21/02024
- Conclusie
A-G mr. B.J. Drijber
- Noot
prof. mr. J.M. van Slooten
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS690043:1
- Vakgebied(en)
Civiel recht algemeen (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2022:1234, Uitspraak, Hoge Raad, 16‑09‑2022
ECLI:NL:PHR:2022:259, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 18‑03‑2022
- Wetingang
Art.23 PW
Essentie
Is de werkgever een vergoeding verschuldigd wegens het opzeggen van de uitvoeringsovereenkomst met het ondernemingspensioenfonds? Hoge Raad laat arrest van het hof met bevestigende beantwoording in stand.
Samenvatting
De werkgever FrieslandCampina heeft de uitvoeringsovereenkomst met het ondernemingspensioenfonds opgezegd. Het geding gaat over de vraag of FrieslandCampina een vergoeding verschuldigd is. Het hof had geoordeeld dat de uitvoeringsovereenkomst een leemte bevat en die ingevuld op grond van de redelijkheid en billijkheid en goed werkgeverschap en daarop gebaseerd een veroordeling tot schadevergoeding uitgesproken. Redengevend daarvoor was onder meer dat de premie mede was bestemd voor het realiseren van de indexatieambitie. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.