Einde inhoudsopgave
Administratieve Schikking voor de toepassing van het Verdrag van 30 november 1979 betreffende de sociale zekerheid van Rijnvarenden
Artikel 45 Verstrekkingen in geval van verblijf op het grondgebied van een andere Verdragsluitende Partij dan de bevoegde Staat - bewijs van het bevoegde orgaan -
Geldend
Geldend vanaf 01-12-1987
- Bronpublicatie:
26-11-1987, Trb. 1988, 63 (uitgifte: 07-06-1988, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-12-1987
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
24-12-1987, Trb. 1987, 191 (uitgifte: 24-12-1987, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Afhankelijke geldigheid
Treedt tegelijk in werking met het Verdrag betreffende de sociale zekerheid van Rijnvarenden (Trb. 1981, 43).
- Vakgebied(en)
Internationale sociale zekerheid / Algemeen
1.
Om in aanmerking te komen voor verstrekkingen krachtens artikel 40, eerste lid, sub a)i) van het Verdrag, behalve in het geval waarin van de in artikel 44, eerste lid van deze Schikking bedoelde veronderstelling wordt uitgegaan, legt de rijnvarende aan het orgaan van de verblijfplaats een bewijs over waarin wordt verklaard dat hij recht op verstrekkingen heeft. Dit bewijs wordt op verzoek van de belanghebbende door het bevoegde orgaan afgegeven voordat hij het grondgebied van de Verdragsluitende Partij waarop hij woont, verlaat. Indien de belanghebbende dit bewijs niet overlegt, verzoekt het orgaan van de verblijfplaats het bevoegde orgaan daarom.
2.
Artikel 44, vijfde en zesde lid van deze Schikking is van overeenkomstige toepassing.